A- en b-organen

A- en b-organen

De Algemene wet bestuursrecht is alleen van toepassing op publiekrechtelijke rechtshandelingen die worden verricht door bestuursorganen in de zin van artikel 1:1 Awb. De toepasselijkheid van de Awb is van belang omdat die onder andere met zich brengt dat bestuursrechtelijke rechtsmiddelen openstaan. Dit volgt uit artikel 8:1 Awb in verbinding met 1:3 Awb. Het is niet altijd even makkelijk om vast te stellen of er sprake is van een bestuursorgaan en of er dus (bestuursrechtelijke) rechtsbescherming openstaat tegen een besluit daarvan. In de Awb is een tweedeling van bestuursorganen gemaakt: de zogenaamde a- en b-organen.

Key contact

A-organen

De a-organen zijn de klassieke bestuursorganen zoals het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Hierbij is sprake van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (1:1 lid 1 onder a Awb). Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (1:1 lid 1 onder b Awb). Dan gaat het vaak om een natuurlijk persoon of om een privaatrechtelijke rechtspersoon – te denken valt een stichting of een b.v. – die (deels) openbaar gezag uitoefent.

B-organen

Het is soms niet eenvoudig om vast te stellen of er sprake is van een b-orgaan. Als hoofdregel geldt dat openbaar gezag in beginsel bij wettelijk voorschrift wordt toegekend. Denk aan een APK-keurder, welke op grond van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd is tot het keuren van auto’s. In deze hoedanigheid is een APK-keurder een b-orgaan. Bij gebrek van een wettelijk voorschrift is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen b-orgaan. Er kan zich echter op deze regel een uitzondering voordoen. In de rechtspraak is een aantal criteria geformuleerd voor het bepalen of sprake is van een b-orgaan. Deze criteria zijn in het bijzonder van belang voor de wereld van het subsidierecht. Organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken (voor subsidies zeer van belang) kunnen namelijk ook b-organen zijn. Hiervoor moet aan twee vereisten zijn voldaan:

  1. De inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen in beslissende mate worden bepaald door een of meer bestuursorganen als bedoeld in art. 1:1 lid 1 onder a Awb (het inhoudelijke vereiste). Dat bestuursorgaan hoeft of die bestuursorganen hoeven geen zeggenschap te hebben over een beslissing over een verstrekking in een individueel geval;
  2. De verstrekking van deze uitkeringen of voorzieningen in overwegende mate – in beginsel voor twee derde of meer – wordt gefinancierd door een of meer bestuursorganen als bedoeld in art. 1:1 lid 1 onder a Awb (het financiële vereiste).

Het bestuursorgaan dat in beslissende mate de inhoudelijke criteria bepaalt, hoeft niet noodzakelijkerwijs dezelfde te zijn als het bestuursorgaan dat de verstrekking in overwegende mate financiert.

Doelgericht

Bij Wieringa Advocaten voorzien wij u snel en doelgericht van juridisch advies.

Ruim 70 jaar ervaring

Wieringa Advocaten is één van de oudste advocatenkantoren van Amsterdam. Dat geeft ons een voorsprong op het gebied van kennis en ervaring.

Benaderbaar

Door onze cliënten worden wij met name gewaardeerd omdat wij benaderbaar zijn. De lijnen zijn kort en wij helpen u graag met uw (juridische) problemen.

Full-service

Wieringa Advocaten is een full-service kantoor, waardoor wij u in alle aspecten binnen uw bedrijf kunnen adviseren.

Ontwikkelingen

Bij Wieringa Advocaten volgen onze advocaten de laatste ontwikkelingen en publiceren wij regelmatig over alle aspecten van het ondernemingsrecht.

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief