Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Ruimtelijke ordening
Flitsbezorgers als Flink schieten de stad door, maar de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam (hierna: de gemeente) zette met het parapluplan ‘Darkstores’ de rem erop. Minder magazijnen in woonwijken en meer rust op straat, dat is het idee. Flink kon zich daar niet in vinden en stapte naar de rechter.
Eerder schreven we al over flitsbezorgers en darkstores en hoe de gemeente per voorbereidingsbesluit de vestiging van darkstores wilde bevriezen (zie blogs van 8 september 2022 en 10 maart 2022). In deze blog belichten we de uitspraak van de Raad van State die een einde maakt aan de onduidelijkheden in de gemeente Amsterdam.
Op 25 juni 2025 heeft de hoogste bestuursrechter geoordeeld dat het bestemmingsplan “Darkstores” (hierna: het parapluplan) niet in strijd is met de Dienstenrichtlijn en daarom in stand blijft (ECLI:NL:RVS:2025:2848). Dit geeft de gemeente de benodigde tools om darkstores te weren. Dit betekent overigens niet dat darkstores helemaal zijn uitgesloten. Het parapluplan biedt de mogelijkheid om met een omgevingsvergunning binnenplans af te wijken van het bestemmingsplan (omgevingsplan). Het zorgt dus vooral voor een nader afwegingsmoment.
Met het parapluplan wordt de vestiging van zogenoemde darkstores in een groot gedeelte van Amsterdam planologisch niet langer rechtstreeks toegelaten, maar alleen via een omgevingsvergunning tot (binnenplanse) afwijking van het bestemmingsplan. Aanleiding daarvoor is de snelle opkomst van flitsbezorgdiensten en de overlast die dat met zich meebrengt voor omwonenden en ondernemers. Denk aan drukte op straat door transportbewegingen van koeriers, laden en lossen, foutgeparkeerde (brom)fietsen en geluidsoverlast bij de magazijnen. Flitsbezorger Flink verzette zich tegen de vaststelling van het plan. Het bedrijf exploiteert meerdere vestigingen in Amsterdam waar consumenten direct boodschappen kunnen bestellen en laten bezorgen.
Flink betoogt dat het verbod in strijd is met de Europese Dienstenrichtlijn. Volgens Flink maakt het verbod indirect onderscheid naar nationaliteit of statutaire zetel, doordat het de vestiging van darkstores eerder mogelijk zou maken voor nationale retailers die zich vanuit een bestaande winkelstructuur hebben ontwikkeld, dan voor internationale nieuwkomers die zich vanaf het begin op flitsbezorging hebben gericht.
De Afdeling toetst het parapluplan aan het discriminatieverbod en het evenredigheidsbeginsel uit de Dienstenrichtlijn.
De definitie van een darkstore in het bestemmingsplan discrimineert volgens Flink indirect op basis van nationaliteit of statutaire zetel. Omdat het criterium dat de bedrijfsvoering “in hoofdzaak” op flitsbezorging moet zijn gericht, is volgens Flink makkelijker in te vullen door gevestigde Nederlandse supermarkten dan door internationale nieuwkomers. Die laatsten zouden sneller als darkstore worden bestempeld dan nationale spelers die hun bezorgdiensten vanuit een bestaande supermarkt aanbieden.Volgens de Afdeling is geen sprake van direct of indirect onderscheid. Het criterium geldt voor álle dienstverrichters, ongeacht herkomst. De beoordeling of een bedrijfsvoering ‘in hoofdzaak’ op flitsbezorging is gericht, gebeurt op basis van objectieve factoren zoals omzet, uitstraling, inrichting en personeelsbestand. En dat geldt voor iedereen. De suggestie dat buitenlandse aanbieders structureel strenger zouden worden beoordeeld, vindt geen steun in de feiten.
Flink stelt dat het gebruiksverbod te ver gaat en goede onderbouwing ontbreekt. Ze betoogt dat met het in het parapluplan opgenomen gebruiksverbod het nagestreefde doel niet coherent en systematisch wordt nagestreefd. Volgens Flink heeft de gemeente niet inzichtelijk gemaakt, waarom flitsbezorging van maaltijden en flitsbezorging vanuit traditionele detailhandel zijn uitgezonderd van het gebruiksverbod. En had de gemeente niet ook kunnen volstaan met minder ingrijpende maatregelen, zoals kortere openingstijden of strengere regels over hoe een darkstore eruit moet zien?
Geschiktheid en effectiviteit: De vraag is of het verbod op darkstores duidelijk en samenhangend bijdraagt aan het doel: het beschermen van een prettig woon- en leefklimaat in Amsterdam. Dit dient goed onderbouwd te zijn met concrete gegevens en analyses. De gemeente wil met het verbod vooral de locaties van darkstores beter kunnen reguleren, omdat deze door hun bedrijfsvoering vaak voor meer overlast zorgen dan bijvoorbeeld maaltijdbezorging of reguliere winkels. De gemeente heeft onderbouwd dat het aantal darkstores sterk is toegenomen en dat zij leiden tot meer overlast dan ruimtelijk aanvaardbaar wordt acht in het gemengde stedelijke milieu van Amsterdam.
De overlast uit zich vooral in meer verkeersbewegingen, geluidshinder door laden en lossen, en intensief gebruik van de locaties met ruime openingstijden. Ook kunnen smalle straten onveilig worden door het laden en lossen van goederen. De gemeente vindt ook dat darkstores niet passen in winkel- en horecagebieden vanwege hun uitstraling. Flink heeft niet betwist dat de vestiging van darkstores op bepaalde locaties in de stad onder meer verkeers- en geluidsoverlast kan veroorzaken. De Afdeling acht dit ook aannemelijk.
Eveneens is het aannemelijk gemaakt dat bovengenoemde problemen met darkstores niet, of in mindere mate, voorkomen bij andere vormen van thuisbezorging. Daarom heeft de gemeente ervoor gekozen om maaltijdbezorging en reguliere detailhandel uit te zonderen van het verbod, omdat die al via andere bestemmingsplannen worden geregeld en minder ruimtelijke impact hebben.
De gemeente heeft helder uitgelegd waarom het verbod zich alleen richt op darkstores en waarom dit op een samenhangende en systematische manier gebeurt. Daarom vond de Afdeling het betoog van Flink dat het doel niet duidelijk of consistent zou zijn, niet overtuigend.
Over de toets of de maatregel niet verder gaat dan nodig en of er geen andere, minder beperkende maatregelen beschikbaar zijn oordeelt de Afdeling dat omdat met de door Flink voorgestelde maatregelen niet hetzelfde resultaat kan worden bereikt als met het parapluplan, de gemeente naar het oordeel van de Afdeling voldoende heeft gemotiveerd dat het doel niet met andere, minder beperkende maatregelen kan worden bereikt.
Het parapluplan blijft in stand. Darkstores zullen voortaan via een binnenplanse afwijking gerealiseerd moeten worden, waardoor de gemeente Amsterdam meer grip krijgt op de toename van het aantal darkstores.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.