Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Omgevingsrecht
Wij schreven meermaals blogs over darkstores en flitsbezorgers, oftewel aanbieders van super snelle bezorging van boodschappen. Hieruit volgde onder meer dat in meerdere gemeentes, waaronder in gemeente Amsterdam, is besloten om de vestiging van darkstores te bevriezen per voorbereidingsbesluit. Dit voorbereidingsbesluit geldt één jaar, het verbod kan vervolgens worden overgenomen door het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan. Ook hebben meerdere rechters een oordeel geveld over sluitingen van darkstores.
Recentelijk heeft de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam wederom geoordeeld dat een sluiting van een darkstore wegens strijd met het bestemmingsplan. De gemeente stelde zich primair op het standpunt de darkstore niet voldoet aan de criteria voor detailhandel (de toegestane bestemming volgens het bestemmingsplan). Verder stelde de gemeente dat de activiteiten van de darkstore negatieve gevolgen hebben voor het woon- en leefklimaat in de omgeving van het pand. De gemeente zag dit als een opslag- en distributiecentrum, wat niet was toegestaan volgens het bestemmingsplan.
Detailhandel staat in het bestemmingsplan gedefinieerd als:
“Het anders dan voor directe consumptie bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.”
De darkstore (in dit geval Getir) heeft betoogd dat er geen sprake was van strijdigheid met het bestemmingplan. In tegenstelling tot de andere darkstores waarbij is geoordeeld dat deze moesten sluiten (zie hierover een blog die wij ook schreven), zou Getir haar bedrijfsvoering hebben aangepast om te voldoen aan de criteria voor detailhandel. De semi-transparante folie op de ramen was verwijderd, dus vanaf de openbare weg kon in de vestiging gekeken worden. De vestiging was toegankelijk voor klanten die ter plaatse producten konden kopen, betalen en meenemen. Klanten konden via een in de winkel aanwezige tablet hun bestelling doen, die vervolgens door medewerkers werd verzameld. Wanneer de klant een product zelf wilde bekijken, was dat ook mogelijk. In dat geval zou een medewerker het product voor de klant pakken. Daarnaast konden klanten via het platform ‘too good to go’ boodschappen afhalen. Tot slot kon de klant in de directe nabijheid van de vestiging boodschappen geleverd krijgen. Op het moment van de zitting had Getir dit ook vermeld op haar website.
De voorzieningenrechter oordeelde dat hoewel beredeneerd kan worden dat Getir deels voldoet aan de criteria van detailhandel, blijft staan dat Getir de vestiging voornamelijk gebruikt als opslag- en distributiepunt. Getir is gestart als flitsbezorgdienst. Pas onlangs heeft Getir een baliefunctie toegevoegd in het pand waar klanten zelf hun bestellingen kunnen doen en afhalen. Bovendien heeft Getir geen gegevens overgelegd en ook niet toegelicht welk aandeel van de klanten zelf fysiek de boodschappen in het pand doet. Hierom volgde de voorzieningenrechter het standpunt van de gemeente dat de detailhandelsactiviteiten van Getir ondergeschikt zijn aan die van de flitsbezorgdienst.
Begin augustus 2022 heeft deze vestiging van Getir haar onderneming weer aangepast, zodat een gedeelte ervan een daadwerkelijke supermarkt is (een ander deel van het pand blijft wel een distributiecentrum voor het bezorgen van boodschappen). Het is nu de vraag of hier ook een gerechtelijke procedure over zal worden gevoerd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.