Praktijkgebieden: Energietransitie
Duurzaamheid is een hot topic en in het bijzonder hierbij duurzaamheid van woningen. Zo wordt op de woningmarkt nog meer dan jaren geleden gelet op het energielabel: voor een A-label wil men veel meer betalen dan voor een G-label. De warmtepompen en zonnepanelen vliegen je om de oren. De overheid helpt daar een handje bij mee, onder andere gelet op de energietransitie die hoog op de overheidsagenda staat.
Er worden verschillende subsidies verstrekt voor activiteiten die passen in het beleid inzake energie en duurzaamheid, ook voor wat betreft duurzaamheid van woningen. Dit wordt onder andere gedaan op basis van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies. Verder geeft het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies de mogelijkheid aan de verantwoordelijke minister om regels te stellen voor het verstrekken van deze subsidies. Deze regels zijn opgenomen in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (de Regeling). Hieruit volgt onder andere dat voor subsidie in aanmerking komt een warmtepomp die wordt gebruikt om een woning te verwarmen én dat een erkende installateur deze moet plaatsen. Een subsidie in dit kader dekt gemiddeld 30% van de kosten voor een warmtepomp en de installatie ervan.
Onlangs is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een interessante uitspraak gedaan over een subsidie voor kort gezegd een warmtepomp (ECLI:NL:CBB:2023:546). De minister had in deze zaak een aanvraag voor deze investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing voor de warmtepomp afgewezen en wel om de volgende redenen.
Zoals zojuist kort aangestipt, is een van de voorwaarden voor deze subsidie dat de warmtepomp moet zijn geïnstalleerd door een erkende installateur. Deze voorwaarde is opgenomen omdat controle op deskundige installatie (wat voorheen de voorwaarde was) intensief is gebleken, aldus de minister. Verder biedt de toepasselijke regelgeving geen ruimte om af te wijken van deze voorwaarden (er is geen zogeheten hardheidsclausule), aldus de minister. Het CBb volgt hierin de minister: er is inderdaad in strijd met deze voorwaarde gehandeld omdat de waterpomp in kwestie niet door een erkende installateur was geplaatst.
Bovendien acht het CBb de keuze voor het vereiste van installatie door een bouwinstallatiebedrijf in verband met de uitvoerbaarheid van de Regeling begrijpelijk. Dat dit vereiste de energietransitie vertraagt en voor een mono-block warmtepomp niet redelijk is omdat de installatie hiervan eenvoudig is en deskundig kan worden geïnstalleerd door een doe-het-zelver (zoals door de subsidieaanvrager was aangevoerd), kan zo zijn, maar dat doet geen afbreuk aan de uitvoerbaarheid van de Regeling.
Kortom, de voorwaarden voor deze subsidie luisteren nauw. Ook al valt er wat voor te zeggen dat bepaalde voorwaarden de energietransitie zouden kunnen vertragen, de deskundigheid van plaatsing staat voorop. In de rechtspraak wordt dit dus vooralsnog strikt gehandhaafd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.