Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Wij schreven al eerder blogs over het vertrouwensbeginsel. Sinds een uitspraak van 2019 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna ook wel: de ABRvS) over een Amsterdamse dakopbouw, wordt dit beginsel soepeler toegepast (ECLI:NL:RVS:2019:1694). Deze uitspraak volgde op een conclusie hier hierover was genomen door staatsraad advocaat-generaal Wattel (ECLI:NL:RVS:2019:896). Wij schreven hierover ook een blog.
De ABRvS volgde staatsraad advocaat-generaal Wattel op de belangrijkste punten in de genomen conclusie en oordeelde in de uitspraak kort gezegd dat bij een beroep op het vertrouwensbeginsel drie stappen moeten worden doorlopen:
Als deze twee stappen succesvol zijn doorlopen, is er sprake van gewekt vertrouwen. In de derde stap wordt beoordeeld welke gevolgen dit met zich meebrengt. Moet dit vertrouwen worden nagekomen of niet? En zo niet, dan zou de benadeelde eventueel een schadevergoeding kunnen toekomen.
Over deze derde stap heeft de voorzitter van de ABRvS onlangs een conclusie aan de staatsraad advocaat-generaal Snijders gevraagd ten behoeve van de rechtsontwikkeling.
De voorzitter van de ABRvS vraagt staatsraad advocaat-generaal Snijders in zijn conclusie in te gaan op:
Dit zijn interessante vragen waarover nog veel onduidelijkheid bestaat binnen deze materie. Dit terwijl het voorstelbaar is dat er sprake is van gewekt vertrouwen, maar dat er redenen zijn om dit niet na te komen (bijvoorbeeld omdat belangen van derden zich daartegen verzetten). Er was vooralsnog in de rechtspraak niet uitgemaakt of en in welke mate in dat geval de benadeelde schadevergoeding toekomt.
Een grote kamer van de ABRvS heeft onlangs – op 11 juni 2024 – deze zaak behandeld. Hierna heeft de staatsraad advocaat-generaal zes weken om de conclusie te nemen. Dit wordt dus vervolgd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.