icon

Einduitspraak interpretatie Woo: wat is ‘formele bestuurlijke besluitvorming’?

Eerder schreven wij al een blog over dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) staatsraad advocaat-generaal Wattel (A-G) vroeg om een conclusie over de betekenis en reikwijdte van artikel 5.2, derde lid Woo. Aanleiding daarvoor is het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 januari 2025 (ECLI:NL:RBGEL:2024:93), ook wel geduid als de Nunspeet-zaak.

Artikel 5.2, derde lid Woo luidt:

“Onverminderd het eerste en tweede lid wordt uit documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming […] informatie verstrekt over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot personen herleidbare vorm, tenzij het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad.”

Het derde lid is om bestuursorganen te verplichten om informatie te verstrekken over persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming in niet tot personen herleidbare vorm. Deze verplichting geldt tenzij daardoor het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad.

Conclusie A-G

Ook schreven wij eerder een blog over de inhoud van de conclusie van de A-G. De A-G gaf wat handvatten voor het oordeel of er sprake was van ‘formele bestuurlijke besluitvorming’. Inmiddels heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State einduitspraak gedaan in deze kwestie (ECLI:NL:RVS:2025:4814).

De Nunspeet-zaak

In deze zaak ging het kort gezegd om interne advisering aan een wethouder over het vaststellen van een bestemmingplan. In het stuk in kwestie (een memo) adviseert een ambtenaar de wethouder om aanvullend onderzoek te laten doen, de toelichting aan te passen en het ontwerpbestemmingsplan opnieuw ter inzake te leggen. De memo is verder bedoeld om de wethouder in staat te stellen een beslissing te nemen. En de wethouder heeft uiteindelijk ook in lijn met dat advies een beslissing genomen. De memo was dus in die zin ‘rijp’ om aan de wethouder te worden voorgelegd.

Oordeel van de Afdeling

De Afdeling heeft gebruik gemaakt van de handvatten die de A-G had gegeven voor het oordeel over ‘formele bestuurlijke besluitvorming’, maar is daar ook deels van afgeweken. De Afdeling heeft namelijk een ruimere uitleg gegeven aan het begrip ‘formele bestuurlijke besluitvorming’.

De memo is kwestie was dan ook volgens de Afdeling opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming. Dit had te maken met het feit dat 1) de memo was bedoeld om aan de wethouder om over te gaan tot bestuurlijk handelen of nalaten, 2) de memo ‘rijp’ was daarvoor en 3) er geen sprake was van een concept of anderszins een fase waarin er de ruimte moet zijn om gedachten uit te wisselen.

Ook was niet aannemelijk dat wanneer de memo in niet tot personen herleidbare vorm openbaar wordt gemaakt, het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad. En tot slot heeft verweerder niet met concrete omstandigheden onderbouwd dat het kunnen voeren van intern beraad in dit geval door openbaarmaking daadwerkelijk wordt gehinderd. De memo moest dus openbaar worden gemaakt, inclusief de delen die zijn aan te merken als ‘persoonlijke beleidsopvattingen’.

Al met al een interessante uitspraak over het toepassingsbereik van artikel 5.2 (en in het bijzonder lid 3) Woo, een wet die volop in beweging is.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Einduitspraak interpretatie Woo: wat is ‘formele bestuurlijke besluitvorming’?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief