icon

Arbeidsrecht in 2025: dit gaat er veranderen

Zoals ieder jaar, verandert ook in 2025 het een en ander op het gebied van het arbeidsrecht. Hieronder leest u de belangrijkste wijzigingen.

Schijnzelfstandigheid en de opheffing van het handhavingsmoratorium (Wet DBA)

Per 1 januari 2025 wordt het zogenaamde handhavingsmoratorium opgeheven en zal de Belastingdienst de reguliere handhaving van schijnzelfstandigheid hervatten. In de Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties die de Belastingdienst op 1 november 2024 publiceerde, licht de Belastingdienst toe dat de beoordeling van schijnzelfstandigheid aan de hand van de feiten en omstandigheden uit het Deliveroo-arrest zal geschieden. In dit arrest heeft de Hoge Raad 9 gezichtspunten bepaald die kunnen wijzen op het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Dit arrest bespraken wij in een eerdere blog.

De handhaving van schijnzelfstandigheid is primair gericht op de opdrachtgever c.q. werkgever. De Belastingdienst heeft aangegeven in 2025 nog geen boetes te zullen opleggen. Wel kunnen er vanaf 1 januari 2025 weer correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen worden opgelegd. Ook met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025.  Voor de periode vóór 1 januari 2025 kan de Belastingdienst alleen correcties opleggen wanneer sprake was van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet (voldoende) is opgevolgd. 

Per 1 januari 2025 worden ook de modelovereenkomsten van de Belastingdienst uitgefaseerd. Lopende reeds goedgekeurde modelovereenkomsten kunnen nog gebruikt worden tot het einde van de looptijd, maar de Belastingdienst is inmiddels gestopt met het goedkeuren van de modelovereenkomsten. Het is immers niet mogelijk om op basis van de modelovereenkomst op voorhand zekerheid te geven over het al dan niet bestaan van een dienstverband nu deze beoordeling aan de hand van alle feiten en omstandigheden in onderling verband moet gebeuren. Wij adviseren de lopende overeenkomsten met zzp’ers te beoordelen op schijnzelfstandigheid, ter voorkoming van mogelijke handhaving door de Belastingdienst.

De 30%-regeling

Met ingang van 1 januari 2024 is de 30%-regeling – een fiscale regeling waarbij expats een deel van hun brutoloon belastingvrij uitbetaald krijgen – versoberd. Per 2024 is de maximale hoogte van de vrijgestelde vergoeding van 30% gedurende 3 jaar aangepast naar een aflopend percentage van maximaal 30% gedurende de eerste 20 maanden, maximaal 20% gedurende de volgende 20 maanden en 10% gedurende de laatste 20 maanden van de looptijd. Per 2025 wordt deze wijziging teruggedraaid. Wel heeft het kabinet een andere manier van bezuinigen op de 30%-regeling opgenomen in het hoofdlijnenakkoord. De maximale onbelaste vergoeding van 30% zal omlaag gaan naar 27%, maar deze wijziging zal pas in 2027 vormkrijgen.

Rapportage CO2-uitstoot werknemers

Voor werkgevers met 100 of meer werknemers geldt de verplichting om te rapporteren over de CO2-uitstoot het woon-werkverkeer en zakelijk reizen van hun werknemers. De rapportage over kalenderjaar 2024 moeten werkgevers uiterlijk op 1 juli 2025 aanleveren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Stijging hoge en lage WW-premies en verruiming uitzondering

Sinds 1 januari 2020 geldt premiedifferentiatie in de WW waardoor werkgevers een hoge WW-premies betalen bij flexibele arbeidsovereenkomsten en een lage WW-premie bij vaste arbeidsovereenkomsten. Met deze maatregel wil de regeling werkgevers stimuleren meer vaste arbeidsovereenkomsten aan te gaan met hun werknemers. Per 1 januari 2025 stijgt de hoge premie van 7,64% naar 7,74% en de lage premie van 2,64% naar 2,74%. Daarnaast wordt de uitzondering bij overwerk verruimd. Een werkgever moet ook een hoge premie betalen voor een werknemer met een vast contract wanneer deze werknemer 30% meer heeft gewerkt dan de overeengekomen arbeidsduur in een kalenderjaar. Er geldt echter een uitzondering voor arbeidsovereenkomsten waarbij een werknemer gemiddeld 35 uur of meer per week werkt. Per 1 januari 2025 is deze uitzondering verruimd, waardoor ook arbeidsovereenkomsten van gemiddeld 30 uur of meer per week onder de uitzondering vallen en werkgevers voor deze arbeidsovereenkomsten niet de hogere premie afdragen.

Indexaties:

Minimumloon gaat omhoog

  • Op 1 januari 2025 stijgt het minimumuurloon voor werknemers vanaf 21 jaar met 2,75%, van € 13,68 naar € 14,06 per uur. Voor werknemers van 15 tot 21 jaar gelden vaste minimumjeugdlonen. Deze gaan ook omhoog per 1 januari 2025 en zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid.
  • Sinds 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd, waardoor er geen vaste minimum maand-, week- en daglonen meer gelden. Lees meer hierover in onze blog over de arbeidsrechtelijke wijzigingen in 2024.
  • De volgende indexatie zal op 1 juli 2025 plaatsvinden. De hoogte van de stijging op 1 juli 2025 is nog niet bekend. Deze stijging is afhankelijk van de geraamde cao-loonstijging van het Centraal Planbureau en zal in het voorjaar van 2025 bekend worden gemaakt door het ministerie van SZW.

Stijging salariscriterium kennismigranten

  • Per 1 januari 2025 gaan de normbedragen voor salarissen van kennismigranten met 6,7% omhoog. Vanaf dan geldt voor kennismigranten van 30 jaar of ouder een normbedrag van € 5.688 exclusief vakantietoeslag en voor kennismigranten jonger dan 30 jaar een normbedrag van € 4.171 exclusief vakantietoeslag. Alle (andere) normbedragen zijn terug te vinden op de website van de IND.

Thuiswerk- en reiskostenvergoeding

  • De maximale onbelast vergoeding voor werknemers die thuiswerken stijgt per 1 januari 2025 van € 2,35 naar € 2,40 per dag. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding blijft in 2025 € 0,23 euro per kilometer.

Stijging algemene bezoldigingsmaximum (Wet normering topinkomens)

  • Ook het algemene bezoldigingsmaximum in de zin van de Wet normering topinkomens (WNT) gaat omhoog. De WNT stelt grenzen aan de maximale bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Voor 2025 is de maximale bezoldiging vastgesteld op € 246.000. Ten opzichte van 2024 is sprake is van een verhoging van 5,4%.

Stijging maximale transitievergoeding

  • Ook stijgt in 2025 de maximale transitievergoeding. De maximale transitievergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de contractlonen. In 2024 was dit bedrag € 94.000 en in 2025 is dit € 98.000.

Werkkostenregeling – vrije ruimte

  • Tot slot gaat op 1 januari 2025 ook het percentage van de vrije ruimte in de werkkostenregeling omhoog. Voor de eerste € 400.000 van het totale fiscale loon stijgt dit percentage van 1,92% naar 2%. Boven de € 400.000 blijft het percentage 1,18% van de loonsom.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Arbeidsrecht in 2025: dit gaat er veranderen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief