Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Ook in 2024 zijn er weer verschillende arbeidsrechtelijke wijzigingen doorgevoerd. In deze blog zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij.
De Wet invoering minimumloon is op 1 januari 2024 in werking getreden. Deze wet bepaalt dat werknemers voortaan een minimumuurloon betaald krijgen, in plaats van een minimumloon per maand bij een voltijd dienstverband. Voorheen verschilde het per sector of een voltijd dienstverband een 36- of 40-urige werkweek betrof, waardoor werknemers met een 40-urige werkweek een lager minimum uurloon kregen dan werknemers bij een werkgever die een 36-urige werkweek hanteert. Om dit verschil gelijk te trekken, geldt nu dus een uniform minimumuurloon. Alle werknemers van 21 jaar of ouder, hebben recht op een minimumuurloon van €13,27 bruto per uur. Dit bedrag is berekend aan de hand van het ‘oude’ minimum maandloon bij een voltijd werkweek van 36 uur. Dit betekent dat een werknemer met een 40-urige werkweek er dus op vooruit gaat wat betreft het minimumuurloon. Voor werknemers die jonger zijn dan 21 jaar, gelden minimumjeugdlonen per uur.
De 30%-regeling is een fiscale regeling op grond waarvan expats 5 jaar lang 30% van hun brutoloon belastingvrij uitbetaald krijgen, met een maximale looptijd van 5 jaar. Per 2024 is deze regeling gewijzigd. Allereerst is de 30%-regeling gemaximeerd tot de maximale bezoldiging van de Wet normering topinkomens (onder het kopje Indexering lees je hoeveel dat bedrag per 2024 is). Ten tweede geldt de 30%-regeling alleen nog voor de eerste 20 maanden. Voor de daaropvolgende 20 maanden wordt dit verlaagd naar 20% en voor de laatste 20 maanden is dit 10%. Deze wijzigingen zijn alleen van toepassing op expats die vanaf 1 januari 2024 gebruik willen maken van de 30%-regeling. Voor expats die al in 2023 onder de 30%-regeling vielen, geldt een overgangsregeling.
Op 18 februari 2023 is de Wet Bescherming Klokkenluiders in werking getreden. Deze wet verving de Wet Huis voor Klokkenluiders en beoogt werknemers die (vermoedens van) misstanden op de werkvloer melden (meer) te beschermen. Vanaf 18 februari 2023 gold de wet al voor grote werkgevers (ten minste 250 werknemers). Per 17 december 2023 is de wet ook van toepassing op middelgrote werkgevers (ten minste 50 werknemers). Voor meer informatie over deze wet, verwijzen we naar onze eerdere blog over de Wet Bescherming Klokkenluiders.
Vanaf 2024 is de toetredingsleeftijd voor de pensioenregeling verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet toekomst pensioen. Pensioenregelingen die een leeftijd van 21 jaar hanteren, zullen dus moeten worden aangepast.
De AOW-leeftijd is in 2024 gestegen van 66 jaar en 10 maanden naar 67 jaar. Voor de jaren 2024 tot en met 2027 zal dit ongewijzigd blijven, maar in 2028 zal de AOW-leeftijd opnieuw stijgen, namelijk naar 67 jaar en 3 maanden.
Onderstaand hebben we enkele belangrijke indexaties opgesomd:
Verhoging maximale transitievergoeding
Verhoging maximale WNT-bezoldiging
Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding
Verhoging onbelaste thuiswerkvergoeding
Vrije ruimte werkkostenregeling
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.