Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op zaterdag 18 februari 2023 is de Wet Bescherming Klokkenluiders (WBK) in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Huis voor Klokkenluiders (WHK), die sinds 2016 van kracht was. De WBK beoogt werknemers die (vermoedens van) misstanden op de werkvloer melden (meer) te beschermen. Eerder bespraken wij in onze blog de uitleg van de WHK. In deze blog bespreken wij de belangrijkste veranderingen in de WBK.
Werkgevers met ten minste 50 werknemers zijn verplicht een interne meldprocedure in te stellen. Deze verplichting was ook al opgenomen in de WHK. Onder het begrip ‘werknemer’ vallen niet alleen werknemers in loondienst, maar ook ZZP’ers, stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers, mits zij een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Hierdoor wordt de ondergrens van 50 werknemers eerder gehaald.
Ook gelden onder de WBK strengere eisen voor de interne meldregeling. Zo moet in de meldregeling zijn opgenomen op welke wijze een werknemer misstanden kan melden (zowel intern als extern) en hoe met een melding wordt omgegaan. Wanneer een melding is gedaan, moet deze worden geregistreerd in een speciaal door de werkgever ingericht register. De melder moet vervolgens binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging van de melding krijgen en binnen drie maanden informatie ontvangen over de beoordeling van zijn melding.
In de interne meldregeling moet ook zijn opgenomen hoe werknemers anoniem kunnen melden. Verder moeten werkgevers een onafhankelijk onderzoekspunt benoemen (dit is meestal één functionaris of afdeling) die een melding onderzoekt en opvolgt.
Daarnaast zijn werknemers niet meer verplicht om eerst intern te melden. Onder de WBK kunnen werknemers direct een melding maken bij een daarvoor bevoegde autoriteit, zoals het Huis voor Klokkenluiders. Het Huis voor Klokkenluiders biedt bescherming aan werknemers die een melding maken en kan hen van advies voorzien. Het uitgangspunt blijft echter wel dat de werknemer eerst intern een melding maakt, voordat hij dit extern doet.
Wanneer een werknemer melding maakt van een misstand op de werkvloer, mag hij hier geen nadeel van ondervinden. Onder dit benadelingsverbod viel tot nu toe alleen benadeling in de rechtspositie, zoals schorsing, ontslag, of loonsverlaging. Dit verbod is uitgebreid onder de WBK, waardoor nu élke vorm van benadeling onder het verbod valt. Daarbij kan gedacht worden aan het plaatsen van de werknemer op een zwarte lijst, het weigeren om een referentie te geven, pesten of uitsluiting. Van benadeling zal dus simpelweg eerder sprake zijn.
Een werkgever zal de interne meldregeling moeten aanpassen. De Ondernemingsraad heeft een instemmingsrecht bij de invoering, wijziging of intrekking van de interne meldregeling. Het is daarom van belang dat een werkgever tijdig actie onderneemt. Onder de WBK geldt ook een instemmingsrecht voor de personeelsvertegenwoordiging bij de invoering, wijziging of intrekking van de interne meldprocedure. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad nu jaarlijks recht op schriftelijke informatie over de verwerking van de interne meldregeling in het afgelopen jaar en over de verwachtingen voor het volgende jaar.
Hoewel de WBK nu al van kracht is, hebben werkgevers met 50 tot 249 werknemers tot 17 december 2023 om hun interne meldregeling aan te passen of in te richten. Werkgevers met 250 of meer werknemers moeten al per 18 februari 2023 voldoen aan de vereisten die volgen uit de WBK.
Als een werkgever geen klokkenluidersregeling heeft ingevoerd (terwijl dit wel moet), kan het Huis voor Klokkenluiders een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen. De bepalingen over de sanctiemogelijkheden voor het Huis voor Klokkenluiders zijn echter nog niet in werking getreden. Wanneer dit precies zal worden ingevoerd, is nog niet duidelijk.
Tot slot kan de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of iedere belanghebbende werknemer bij een ontbrekende klokkenluidersregeling naar de kantonrechter stappen. Zij kunnen de kantonrechter verzoeken om een termijn te bepalen waarbinnen de werkgever alsnog moet voldoen aan de verplichtingen uit de WBK.
Het is van belang dat de werkgever de interne meldregeling heeft en dat deze in lijn is met de verplichtingen uit de WBK. Hiervoor moet het instemmingstraject bij de Ondernemingsraad zijn doorlopen. Ook moeten werkgevers een register inrichten om de melding in te registreren en een functionaris aanstellen die onafhankelijk onderzoek kan doen naar de melding.
Heeft u vragen over de Wet Bescherming Klokkenluiders of wenst u een interne meldregeling te wijzigen of in te stellen? Wieringa Advocaten heeft een team van arbeidsrecht specialisten dat u hier graag bij helpt. Neem gerust contact met ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.