Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
NS Stations heeft twee concessies voor buitenreclame op stations in Nederland in 2011 en 2015 zonder openbare aanbesteding verleend aan twee partijen, namelijk Global en Ngage Media. Al in 2017 heeft de rechtbank Midden-Nederland echter geoordeeld dat NS Stations B.V. kwalificeert als een aanbestedende dienst en dus onder de reikwijdte van de Aanbestedingswet valt. Vervolgens is in opvolgende juridische procedures vastgesteld dat NS Stations deze voornoemde concessies ten onrechte niet heeft aanbesteed. In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland1 ging het om de vraag of NS Stations aansprakelijk is voor het niet-aanbesteden van deze twee concessies en verplicht is tot vergoeding van kansschade.
In deze kwestie eisen verschillende buitenreclame-exploitanten, waaronder JCDecaux, Clear Channel en Centercom, een schadevergoeding van NS omdat zij destijds geen kans hebben gekregen om mee te dingen naar de twee concessies via een aanbestedingsprocedure. De schadevergoedingsvordering is gebaseerd op het verlies van een kans. Hoe zit dit precies?
Wanneer een ondernemer schade lijdt als gevolg van onrechtmatig handelen door de aanbestedende dienst, is de aanbestedende dienst in beginsel gehouden de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden (artikel 6:162 lid 1 BW). Een vordering kan bijvoorbeeld bestaan uit schadevergoeding wegens geleden verlies en gederfde winst. Dit wordt ook wel het positief contractsbelang genoemd (artikel 6:96 BW). Dit houdt in dat de ondernemer financieel in de positie moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd als de opdracht aan hem was gegund en de overeenkomst correct was nagekomen.
In de onderhavige kwestie staat echter niet vast welke partij de aanbestedingsopdracht gegund zou hebben gekregen als NS Stations niet onrechtmatig zou hebben gehandeld. Daarom is het ook mogelijk om een vordering tot schadevergoeding door verlies van een kans te vorderen. In dat geval moeten de eisende partijen de mogelijkheid van het bestaan van schade wegens die gemiste kans aannemelijk maken.
De rechter gaat bij de beoordeling van een schadevergoedingsvordering vanwege een gemiste kans uit van een hypothetische aanbestedingsprocedure. Vervolgens moet worden beoordeeld welke kans op succes een ieder van de eisende partijen zou hebben gehad. De rechter toetst per eisende partij op verschillende onderdelen, zoals:
Deze kans wordt vervolgens per partij uitgedrukt in een percentage. De optelsom van de kanspercentages van de totale deelnemers moet daarbij uitkomen op 100%.
In onderhavige kwestie komt de rechtbank tot het oordeel dat ten aanzien van de eerste concessie dat de zittende concessiehouder (Global) 50% kans had om de aanbesteding te winnen en dat twee eisende partijen (JCDecaux en Clear Channel) 30% en 20% kans hadden de aanbesteding te winnen. Ten aanzien van de tweede concessie lukt het de rechtbank niet om aan afwijkende verdeling van de kanspercentages vast te stellen en oordeelt de rechtbank dat elke mededingende partij 14,29% (1/7e deel) kans had om de hypothetische aanbesteding te winnen.
Hoe hoog uiteindelijk de vergoeding van de schade aan de partijen wordt, is nog niet duidelijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat er deskundigen zullen worden benoemd, die de rechtbank zullen voorlichten over de waarde van de twee concessies en de schade als gevolg van het mislopen daarvan.
Heeft u een vraag over deze blog, of heeft u een andere aanbestedingsrechtelijke vraag, neem dan contact op ons op. Onze gespecialiseerde advocaten adviseren en procederen over de meest uiteenlopende aspecten en vraagstukken op het gebied van Europees en nationaal aanbestedingsrecht.
Wilt u op de hoogte blijven? Abonneer u kosteloos op onze nieuwsbrief.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.