Praktijkgebieden: Bouwrecht
Eerder informeerden wij u in hoofdlijnen over de per 1 januari 2024 in werking getreden Wet kwaliteitsborging voor de bouw (hierna: de ‘Wkb’). De doelstelling van de Wkb is gericht op het verbeteren van het toezicht en de kwaliteit binnen de bouw. De wetgeving is met name van belang voor partijen zoals opdrachtgevers, projectontwikkelaar, architecten, aannemers en gemeenten.
In deze blog wordt de functie van de kwaliteitsborger binnen het systeem van de Wkb uitgelicht.
Onder de Wkb is het bij bouwactiviteiten die vallen onder de gevolgklasse 1, zoals bijvoorbeeld bij de bouw van (nieuwbouw)woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen, verplicht een onafhankelijke kwaliteitsborger in te schakelen. De kwaliteitsborger dient vervolgens bij aanvang tot en met de afronding bij het bouwproces te worden betrokken.
Voor het starten van de bouw dient de kwaliteitsborger de bouwtechnische risico’s in kaart te brengen. De kwaliteitsborger toetst daarbij wat de risico’s zijn dat het uiteindelijke bouwwerk niet aan de bouwtechnische regels voldoet, zoals zijn neergelegd in hoofdstuk 4 en 5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: het ‘Bbl’).
Aan de hand van de risicobeoordeling stelt de kwaliteitsborger vervolgens een borgingsplan op. In het borgingsplan dient onder meer opgenomen te zijn:
Het borgingsplan dient daarna met de bouwmelding uiterlijk vier weken voor het starten van de bouw bij het gevoegde gezag te worden ingediend. Nadat de bouwmelding is ingediend, controleert het bevoegd gezag – veelal de gemeente – de melding op volledigheid (zie artikel 2.18 e.v. Bbl).
Mocht de bouwmelding onvolledig zijn, dan kan het bevoegde gezag om nadere informatie verzoeken (zie artikel 2.20 Bbl). Mocht het bevoegd gezag de bouwmelding als volledig beoordelen dan kan de bouw na de termijn van vier weken van start. Voor zover er binnen de termijn van vier weken geen reactie heeft gekregen, mag de indiener ervan uit gaan dat de melding tijdig en volledig is gedaan en kan de bouw dus vier weken na het indienen van de melding van start gaan.
Gedurende het bouwproces voert de kwaliteitsborger het borgingsplan uit en ziet toe op het bouwplan. Voor zover de kwaliteitsborger tijdens de bouwwerkzaamheden constateert dat er wordt afgeweken van de regels van het Bbl, dient de kwaliteitsborger conform artikel 3.86 lid 1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving onverwijld melding te maken bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan vervolgens besluiten de bouw stil te leggen ten einde tot een oplossing van het probleem te komen.
Nadat de bouw op correcte wijze is voltooid geeft de kwaliteitsborger een verklaring af. Met deze verklaring verklaart de kwaliteitsborger dat het bouwwerk is uitgevoerd conform de werkwijze van het toegelaten instrument (kort gezegd: de certificeringsregeling die is toegelaten tot het stelsel van kwaliteitsborging), dat de kwaliteitsborger gerechtigd is dit instrument te gebruiken en het bouwwerk naar zijn oordeel voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. De verklaring van de kwaliteitsborger zal vervolgens samen met onder meer tekeningen en berekeningen van het resultaat van de bouwactiviteit bij het bevoegd gezag als gereedmelding moeten worden ingediend (zie artikel 2.21 Bbl).
Nadat de gereedmelding is ingediend, controleert het bevoegd gezag de gereedmelding op volledigheid. Mocht de gereedmelding onvolledig zijn, dan zal het bevoegd gezag verzoeken om nadere informatie. Mocht het bevoegd gezag de gereedmelding als volledig beoordelen, dan kan twee weken na de gereedmelding het bouwwerk in gebruik worden genomen. Voor zover de indiener binnen de termijn van twee weken geen reactie heeft ontvangen, mag de indiener na het verstrijken van de termijn van twee weken het bouwwerk in gebruik nemen.
Het toezicht van de kwaliteitsborger moet in lijn met de doelstelling van het Wkb er uiteindelijk toe leiden dat er minder gebreken naar voren komen bij nieuwbouw en verbouw. Dit zal er ook op den duur in moeten resulteren dat bouwbedrijven minder kosten hoeven te maken voor het herstel van bouwfouten. Hoewel de eerste indrukken over de kwaliteitsborger positief lijken te zijn, zal de toegevoegde waarde van de kwaliteitsborger in de komende jaren zich nader moeten bewijzen.
Mocht u op enig moment een bouwwerken vallend binnen de gevolgklasse 1 willen realiseren, dan is het voor het inschakelen van een kwaliteitsborger raadzaam het register kwaliteitsborging na te gaan. Hierin kunt u nagaan welke kwaliteitsborgers beschikken over het voor uw project benodigde en geschikte instrument(en).
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.