Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Voor Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen geldt de zogenaamde “Corporate Governance Code”. Deze code is in het leven geroepen om ervoor te waken dat binnen beursgenoteerde vennootschappen goed bestuur plaatsvindt en de belangen van aandeelhouders en andere stakeholders zoals werknemers van de beursvennootschap worden beschermd. Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen moeten de regels in de code toepassen of in hun jaarverslag uitleggen waarom zij de regel niet volgen. Sommige niet-beursgenoteerde vennootschappen leven deze Corporate Governance Code vrijwillig na, omdat zij de principes en best practices daarin genoemd hoog in het vaandel hebben staan. In het kader van de Blogserie Corporate Governance behandel ik in dit blog de (invloed van) sectorale governance codes.
Naast deze (branche overstijgende) Corporate Governance Code hebben verschillende branches hun eigen (gedrags-)code in het leven geroepen.
Een aantal voorbeelden van sectorale governance codes zijn: de Code Banken (bankenbranche), de Governancecode Zorg (zorgbranche), de Code Goed Sportbestuur (sportbranche), Goed bestuur primair onderwijs (onderwijsbranche primair onderwijs), de Governance Code Cultuur (cultuurbranche), Governance Code Veiligheid in de Bouw (bouwbranche) en de Governance Code Woningcorporaties (volkshuisvestingbranche).
Net als de Corporate Governance Code zijn de sectorale governance codes bedoeld als instructie waaraan de vennootschappen in de branche zich dienen te houden. De sectorale governance codes spitsen zich in tegenstelling tot de Corporate Governance Code slechts toe op een bepaalde sector.
Een reden voor het in het leven roepen van sectorale governance codes is doorgaans dat de (branche overstijgende) Corporate Governance Code niet concreet inspeelt op ontwikkelingen binnen de branches. Sectorale governance codes kunnen wél concreet op (toekomstige) ontwikkelingen binnen de branche inspelen.
Een voordeel van sectorale governance codes is ook dat zij relatief eenvoudig kunnen worden geüpdatet naar aanleiding van ontwikkelingen binnen de branche. Anders dan doorgaans bij formele wetgeving het geval is, kan op die manier snel worden gehandeld naar aanleiding van incidenten zodat nieuwe incidenten kunnen worden voorkomen.
Door naar sectorale governance codes te verwijzen kunnen wetten de invloed van sectorale governance codes versterken. Zo schrijft artikel 103 lid 1 onder a van de Wet op het Voortgezet onderwijs bijvoorbeeld voor dat in het jaarlijkse bestuursverslag de gehanteerde code voor goed bestuur dient te worden vermeld en dat het bestuur in het verslag verantwoording moet afleggen over eventuele afwijkingen van die code voor goed bestuur. Vennootschappen komen op die manier niet zomaar onder de invloed van de sectorale governance codes uit.
Wilt u meer weten over sectorale governance codes en/of de Corporate Governance Code? Neem dan gerust contact met mij op. Ik sta u graag te woord.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.