Praktijkgebieden: Schaarse rechten
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 november 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:4057) heeft menig wenkbrauw doen fronsen vanwege de overwegingen over de ladder voor duurzame verstedelijking in combinatie met het relativiteitsvereiste. Deze uitspraak heeft betrekking op een bestemmingsplan dat de bouw van een Van der Valk hotel met restaurant, congresfaciliteiten en casino naast de A2 bij Weert mogelijk maakt. De Afdeling sluit niet uit dat een concurrerende hotelier te maken zal krijgen met een daling van de omzet en de inkomsten door de overcapaciteit die uit dit project kan volgen. Toch kan de concurrerende hotelier geen beroep doen op de laddertoets. Volgens de Afdeling had de hotelier niet voldoende uitgesloten dat, in geval van leegstand, transformatie tot de mogelijkheden behoorde. Je kan je afvragen of de Afdeling hier niet een te strenge maatstaf hanteert die afdoet van het doel van de ladder voor duurzame verstedelijking: duurzaam met ruimte omgaan.
De uitspraak van de Afdeling is echter óók relevant vanwege de overwegingen over schaarse publieke rechten. Een concurrerend casino had namelijk aangevoerd dat het bestemmingsplan moet worden aangemerkt als een besluit tot verdeling van schaarse rechten. Volgens de concurrent maakt het bestemmingsplan een casino mogelijk ten behoeve van Van der Valk, terwijl er meer gegadigden zijn. De concurrent betoogt dat een daarvoor benodigde zorgvuldige en rechtszekere verdelingssystematiek ontbreekt.
In 2018 heeft AG Widdershoven een conclusie uitgebracht over de vraag of ruimtelijke besluiten (bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen etc.) schaarse rechten toebedelen. De strekking van deze conclusie is dat in bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen in beginsel geen schaarse rechten worden toebedeeld.
In lijn met de conclusie van AG Widdershoven stelt de Afdeling voorop dat algemene planologische besluiten, zoals onder meer een bestemmingsplan, het gebruik van gronden weliswaar territoriaal of kwantitatief bindend kunnen beperken, maar zelf in beginsel geen besluiten zijn die schaarse rechten toedelen. In dit geval gaat het om schaarste die kenmerkend is voor ruimtelijke plannen waarin een bepaald gebruik van de grond beperkt is tot de daartoe bestemde locatie. Het bestemmingsplan biedt vanwege de door de gemeenteraad nagestreefde ruimtelijke motieven slechts fysieke ruimte voor een casino. Het plan voorziet niet in een verdelingssystematiek.
Deze uitspraak bevestigt nogmaals dat bestemmingsplannen geen besluiten zijn die schaarse rechten toebedelen. Bestemmingsplannen kunnen wel territoriale of kwantitatieve schaarste creëren, maar het zijn zelf geen schaarse besluiten. Dat is ook logisch, want voor de vaststelling van bestemmingsplannen geldt immers geen kwantitatieve beperking.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.