Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de Serie Algemene voorwaarden.
Wie algemene voorwaarden wil gebruiken dient rekening te houden met de regels waarmee beoogd wordt de wederpartij te beschermen. Een beding kan namelijk onredelijk bezwarend zijn. Bij consumenten is dit in gedetailleerde regels uitgewerkt. In zijn arrest van 8 september 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1197) bevestigt de Hoge Raad dat deze regels ook kunnen gelden bij een partij die een overeenkomst in de uitoefening van haar beroep of bedrijf sluit, maar bij wie deze overeenkomst geen betrekking heeft op de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
In deze zaak heeft een financieel adviseur Hibma Zuivel (een kaas- en zuivelbedrijf) geadviseerd over zekerheden bij een lening. Daarin is hij toerekenbaar tekortgeschoten. De financieel adviseur verweert zich echter met een beroep op een beding uit zijn algemene voorwaarden. In dit beding staat dat klachten over werkzaamheden binnen 8 dagen na ontdekking, doch uiterlijk binnen 14 dagen na voltooiing van de betreffende werkzaamheden schriftelijk dienen te worden gemeld.
Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar indien het onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Of dat zo is, hangt af van de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval (op grond van artikel 6:233, aanhef en onder a BW).
Een wederpartij die consument is kan een beroep doen op de zogeheten zwarte lijst van artikel 6:236 BW en de grijze lijst van artikel 6:237 BW. Daardoor wordt bij aantal specifieke bedingen een gunstige bewijspositie gecreëerd:
In cassatie ligt de vraag voor of het beding van de financieel adviseur onredelijk bezwarend is. Het beding valt onder de grijze lijst, waardoor bij een consument zou worden vermoed dat het onredelijk bezwarend is. Maar hoe zit dat als de wederpartij een overeenkomst in de uitoefening van haar beroep of bedrijf heeft gesloten, maar bij wie deze overeenkomst geen betrekking heeft op de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten? De Hoge Raad oordeelt als volgt:
“Hoewel de zwarte en de grijze lijst betrekking hebben op overeenkomsten met consumenten, kan ook indien de wederpartij geen consument is, van belang zijn dat een beding in algemene voorwaarden voorkomt op een van deze lijsten, bij de beoordeling of dit beding onredelijk bezwarend is voor die wederpartij.
In de parlementaire geschiedenis is in verband met de beperking van de zwarte en de grijze lijst tot overeenkomsten met een consument opgemerkt dat indien een kleine rechtspersoon die zich materieel niet van een consument onderscheidt, met een beding op de zwarte of de grijze lijst wordt geconfronteerd, een reflexwerking via de open norm van art. 6:233, aanhef en onder a, BW voor de hand ligt. Hoewel daarbij toen is gedacht aan rechtspersonen die geen beroep of bedrijf uitoefenen, is reflexwerking ook in andere gevallen mogelijk, bijvoorbeeld indien de wederpartij een overeenkomst weliswaar in de uitoefening van haar beroep of bedrijf heeft gesloten, maar deze overeenkomst geen betrekking heeft op de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
Er kunnen zich dus gevallen voordoen waarin de wederpartij weliswaar geen consument is, maar haar positie grote gelijkenis vertoont met die van een consument. In die gevallen kan de omstandigheid dat het beding voorkomt op de zwarte of de grijze lijst worden betrokken bij de beoordeling of het beding voor die wederpartij onredelijk bezwarend is.”
Bij het formuleren van algemene voorwaarden zijn de zwarte lijst en de grijze lijst van groot belang, ook als de wederpartij geen consument is.
Hebt u vragen over het gebruik van algemene voorwaarden of wilt u algemene voorwaarden opstellen die zijn toegespitst op uw activiteiten? Neem gerust contact met ons op. Wij hebben ruime ervaring met het adviseren en procederen over algemene voorwaarden en zijn u vanzelfsprekend graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.