Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) trad op 1 juli 2021 in werking en trok de regels voor bestuur en toezicht van stichtingen en verenigingen gelijk met die van de NV en de BV. De gewijzigde regelgeving (onderdeel van Boek 2 BW) beïnvloedde de ‘governance’ van (bepaalde) rechtspersonen.
Dit oorspronkelijk Engelstalige begrip is niet één op één te vertalen naar een Nederlandse definitie. Veelal wordt met het begrip governance gedoeld op de wijze waarop rechtspersonen bestuurd worden, de gedragscode die geldt en het toezicht binnen organisaties.
Bestuurders en toezichthouders geven invulling aan hun taken aan de hand van de verschillende governanceregels. Het is daarmee van belang dat zij op de hoogte zijn van de geldende regelgeving. Dit geldt niet alleen voor de Wbtr, maar voor alle relevante regelingen. Om zo goed mogelijk mee te bewegen met verandering in de maatschappij en opvattingen, is governance voortdurend in ontwikkeling.
Het resultaat hiervan is zichtbaar in diverse sectoren, waaronder de zorgsector. Zorginstanties zijn eveneens onderworpen aan de regels van Boek 2 BW (en daarmee de Wbtr), maar moeten tevens rekening houden met zorg-specifieke bepalingen. Denk bijvoorbeeld aan de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Wtza en de meest recente versie van de Governancecode Zorg 2022. Aangezien de reglementen en statuten van zorginstanties moeten aansluiten op geldende regels en principes binnen de zorg, kan de juiste inrichting van governance een doorlopende uitdaging zijn.
Met deze serie reiken wij handvatten aan voor adequate invulling van governance binnen de zorg. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Heeft u advies nodig over governance binnen uw zorginstantie of bent u wegens andere redenen geïnteresseerd in een van de bovenstaande onderwerpen, neem dan gerust contact met ons op.
Dit artikel is mede tot stand gekomen door bijdragen van Tinca van den Heuvel, momenteel als werkstudent verbonden aan Wieringa Advocaten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.