Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de serie contractenrecht.
Onderhandelingen over een contract worden in de praktijk regelmatig afgebroken. Dit kan tot een geschil leiden, vooral als partijen al veel kosten hebben gemaakt. Maar welke regels gelden er eigenlijk voor het stopzetten van onderhandelingen?
Contractsvrijheid
In principe staat het ieder van de onderhandelende partijen vrij om onderhandelingen af te breken. In Nederland kennen wij namelijk het beginsel van contractsvrijheid: partijen kunnen in vrijheid onderhandelingen beginnen én afbreken. Een partij kan niet tegen haar wil gedwongen worden om zomaar een overeenkomst te sluiten.
Een afbrekende partij is in de regel dan ook niet verplicht om bijvoorbeeld de kosten voor het uitbrengen van een offerte te vergoeden. Zo wordt immers een optimale marktwerking bewerkstelligd.
Partijen dienen zich tijdens de onderhandelingen echter wel redelijk op te stellen. Zij zijn verplicht hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen. Het beginsel van contractsvrijheid is dan ook niet onbegrensd.
Afbreken soms onaanvaardbaar
Onderhandelingen kunnen in een zodanig stadium zijn gekomen dat het afbreken hiervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. Dit is het geval als de wederpartij, op het moment van afbreken, gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat een overeenkomst tot stand zou komen. Ook kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die maken dat de afbrekende partij de belangen van haar wederpartij teveel heeft geschaad.
Of een partij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op een overeenkomst, hangt onder meer af van het antwoord op de vraag of partijen reeds op belangrijke punten overeenstemming hebben bereikt en of de nog openstaande punten al dan niet van ondergeschikt belang zijn. Bij de beoordeling dient de rechter een strenge en tot terughoudendheid nopende maatstaf te hanteren.
Gevolgen van ongeoorloofd afbreken
Als sprake is van het ongeoorloofd afbreken van onderhandelingen, kunnen daar verschillende gevolgen aan worden verbonden. De afbrekende partij kan door de rechter worden verplicht om:
Conclusie
Bij onderhandelingen gaat het om een dynamisch proces: het ene moment lijkt een akkoord dichtbij; het andere moment zijn partijen het op belangrijke punten weer oneens. Daardoor is het ook lastig voor partijen om te bepalen of zij de onderhandelingen nog mogen afbreken of niet. Dit terwijl de gevolgen van het ongeoorloofd afbreken bijzonder groot kunnen zijn. Het is daarom raadzaam om tijdig advies in te winnen.
Zou u graag eens overleggen over het beginnen of afbreken van onderhandelingen of heeft uw wederpartij de onderhandelingen afgebroken? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.