Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de Serie Algemene voorwaarden.
Ook als algemene voorwaarden toepasselijk zijn, betekent dat niet dat de gebruiker (degene die de algemene voorwaarden van toepassing verklaart) altijd onverkort een beroep kan doen op die algemene voorwaarden. Soms kunnen bedingen in die algemene voorwaarden worden vernietigd, zodat deze met terugwerkende kracht hun gelding verliezen. Buiten de algemene regels voor het vernietigen van overeenkomsten, kan een beding in algemene voorwaarden worden vernietigd als (i) de informatieplicht is geschonden, of (ii) als het betreffende beding onredelijk bezwarend is.
(i) Informatieplicht
De gebruiker (degene die de algemene voorwaarden van toepassing verklaart) dient de algemene voorwaarden in beginsel vóór of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand te hebben gesteld aan de wederpartij. Over de wijze van terhandstelling hebben wij eerder geblogd. Als de gebruiker aan de wederpartij geen redelijke mogelijkheid tot kennisneming van de algemene voorwaarden heeft geboden, vormt dit een vernietigingsgrond (artikel 6:233 aanhef en onder b BW). De wederpartij kan dan de algemene voorwaarden vernietigen, door bijvoorbeeld een buitengerechtelijke verklaring (artikel 3:50 BW).
(ii) Onredelijk bezwarend
Als een beding onredelijk bezwarend is, kan het worden vernietigd (artikel 6:233 aanhef e onder a BW). Of een beding onredelijk bezwarend is, moet worden beoordeeld naar de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden daarvoor tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en alle overige omstandigheden van het geval. Zo zal een grote wederpartij met beschikking over voldoende deskundigheid minder worden beschermd dan kleine ondernemingen en particulieren zonder die deskundigheid. De mate van bezwarendheid is een open norm en wordt niet objectief, maar naar de specifieke (rechts)verhouding tussen partijen beoordeeld.
De zwarte en grijze lijst (artikelen 6:236 en 6:237 BW) bevatten uitwerkingen van de algemene toetsingsnorm in overeenkomsten met consumenten (B2C). Indien er sprake is van een overeenkomst tussen een professionele partij met een consument, worden bedingen die zijn opgenomen in de zwarte lijst geacht onredelijk bezwarend te zijn en worden bedingen die zijn opgenomen in de grijze vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Tot slot is er ook een Europese blauwe lijst waarin bedingen zijn opgenomen waarvan wordt vermoed dat deze onredelijk bezwarend zijn indien deze worden gebruikt in algemene voorwaarden die toepasselijk zijn op een overeenkomst tussen een professionele partij en een consument. Aan de inhoud van deze drie lijsten wijden wij een aparte blog.
Student-stagiaire Iris den Bieman heeft bijgedragen aan dit onderdeel van de Serie Algemene Voorwaarden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.