Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een arbeidsovereenkomst zijn essentiële voorwaarden zoals de functie, het loon en vakantie- en ziekterechten opgenomen. Daarnaast worden vaak bepalingen opgenomen over bijvoorbeeld proeftijd en concurrentie na afloop van de arbeidsrelatie. Voor deze ‘bijzondere bedingen’ gelden afzonderlijke verschillende vereisten, zowel wettelijk als in jurisprudentie ontwikkeld. In deze serie bespreken wij de meest voorkomende bijzondere bedingen. In deze aflevering: het proeftijdbeding.
De proeftijd is een periode bedoeld voor partijen om elkaar leren kennen. Voordeel van een proeftijd is dat het gesloten ontslagstelsel voor het grootste deel niet geldt. Tijdens de proeftijd mogen partijen de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen en voor de werkgever is daarbij geen redelijke grond voor ontslag vereist. Verder gelden de meeste opzegverboden tijdens de proeftijd niet. Wel geldt dat een proeftijdsontslag vernietigbaar is wanneer wegens een verboden onderscheid (discriminatie) wordt opgezegd.
De wet stelt eisen aan de proeftijd. Zo moet de proeftijd schriftelijk in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen en de duur van de proeftijd moet voor partijen gelijk zijn. Hoe lang de proeftijd mag zijn, hangt af van het type overeenkomst:
Afwijking van deze termijnen is slechts mogelijk bij cao of ministeriële regeling. Partijen mogen niet zelf een afwijkende (langere) proeftijd afspreken, anders is de proeftijd nietig (leer van de IJzeren proeftijd).
Verder is een proeftijd nietig wanneer deze wordt opgenomen:
Een nietige proeftijd brengt mee dat de gehele proeftijdperiode niet als proeftijd geldt. Dit betekent dat voor partijen vanaf de eerste dag van het dienstverband de gewone arbeidsrechtelijke regels gelden. Elke opzeggingshandeling in strijd met de wettelijke vereisten is dan vernietigbaar, zoals een opzegging zonder redelijke grond en/of preventieve toetsing.
Vaker voorkomende discussies rondom de werking van de proeftijd kunnen bijvoorbeeld gaan over de duur van de proeftijd als een werknemer vóór de overeengekomen startdatum start met zijn werkzaamheden of over een opzegging na de proeftijd is gedaan, terwijl bedoeld was om tijdens de proeftijd op te zeggen.
In deze situaties is maatwerk gepast. Twijfelt u over de werking van de proeftijd. Neem gerust contact op. Wij denken graag met u mee.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.