Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, WHOA
Deze blog is onderdeel van de Serie de WHOA.
De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) biedt ondernemingen de mogelijkheid hun schuldenlast te herstructureren. De herstructurering gebeurt door door middel van een (dwang)akkoord buiten surseance en faillissement. Het akkoord kan met twee verschillende doelstellingen worden aangeboden en gehomologeerd: i) reorganisatie van een noodlijdende maar levensvatbare onderneming met als doel het voortbestaan van de onderneming (het reorganisatieakkoord) en ii) de afwikkeling van een niet levensvatbare onderneming buiten faillissement (het liquidatieakkoord).
Een WHOA-akkoord kan uitkomst bieden voor ondernemingen die hun bedrijf willen voortzetten en financieel willen herstructureren om financiële problemen te overwinnen. Dit akkoord wordt opgesteld voor een noodlijdende maar levensvatbare onderneming. Bij de herstructurering van schulden is het doel dus voortzetting van de onderneming. Dit wordt een reorganisatieakkoord genoemd. Een reorganisatieakkoord is ook mogelijk als maar een klein gedeelte van de activiteiten van een onderneming worden gecontinueerd.
De WHOA staat echter ook open voor (de homologatie van) een akkoord waarbij een onderneming, die geen overlevingskansen meer heeft, wordt afgewikkeld. De WHOA kan in die situatie worden toegepast als met een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering door middel van een akkoord buiten faillissement een beter resultaat behaald kan worden dan met een afwikkeling in faillissement. Dit kan voordelig zijn voor zowel schuldenaren als schuldeisers. Dit akkoord wordt een liquidatieakkoord genoemd.
De partij die de homologatie van een liquidatieakkoord verzoekt, dient aannemelijk te maken dat met dit WHOA-akkoord buiten faillissement een meerwaarde voor de gezamenlijke schuldeisers kan worden bereikt. In de regel zal het voordeel zijn dat er geen kosten voor de curator worden gemaakt en dat de afwikkeling sneller zal verlopen. De enkele mededeling dat in een faillissement sprake zal zijn van hoge faillissementskosten is echter niet voldoende. Verder moeten bij de beoordeling van een verzoek tot homologatie van een liquidatieakkoord de belangen van alle gezamenlijke schuldeisers in ogenschouw worden genomen. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook de belangen van de Belastingdienst, de financier, de werknemers of een verhuurder.
Ook bij de voorbereiding van een liquidatieakkoord kan het noodzakelijk zijn dat de schuldenaar een beroep doet op de in de wet gegeven voorzieningen om te voorkomen dat schuldeisers (of aandeelhouders) die niet willen meewerken het proces blokkeren of vertragen, door bijvoorbeeld het faillissement van de schuldenaar aan te vragen of beslagen te leggen. Zo kan een afkoelingsperiode noodzakelijk zijn.
De WHOA biedt veel mogelijkheden om een onderneming financieel te herstructureren! Dat kan met het oog op het voortzetten van de onderneming, maar ook met het oog op het staken van de onderneming.
Wieringa Advocaten staat klaar om u te helpen in WHOA-trajecten, of u nu streeft naar de voortzetting van uw onderneming of een ordelijke afwikkeling daarvan. Heeft u vragen over de WHOA of over demogelijkheden van een liquidatieakkoord of een herstructureringsakkoord? Neem gerust contact op met een van onze specialisten op het gebied van de WHOA en het insolventierecht: Joost van der Grinten, Stephan van de Kant en Joram Verstoep Wij zijn u graag van dienst!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.