Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Vastgoed
Wij schreven al eerder een blog over nieuw boetebeleid van gemeente Amsterdam in het kader van toeristische verhuur. Dit beleid was met name tot stand gekomen door een aantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling). Kort gezegd oordeelde de Afdeling in deze uitspraken dat het Amsterdamse boetebeleid geen ruimte bood voor differentiatie waardoor altijd standaard de maximale boete wordt opgelegd. De Afdeling oordeelde dat dat in strijd is met het evenredigheidsbeginsel (zie hiervoor de uitspraken: ECLI:NL:RVS:2020:2849, ECLI:NL:RVS:2020:2851 en ECLI:NL:RVS:2020:2850). In deze uitspraken gaf de Afdeling ook handvatten aan de gemeenteraad van Amsterdam: zo is geopteerd dat bijvoorbeeld onderscheid kon worden gemaakt tussen verhuur met en verhuur zonder een bedrijfsmatig karakter. De gemeenteraad is hiermee aan de slag gegaan en wijzigde haar boetebeleid. Recentelijk heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om dit beleid nog meer aan te passen.
In het besluit ‘Beleidsregel matiging bestuurlijke boete Huisvestingsverordening en Leegstandsverordening Amsterdam’ heeft het college besloten dat waar eerst een boete van € 8.700,- kon worden opgelegd voor een administratieve overtredingen bij toeristische verhuur (vakantieverhuur en B&B-verhuur), dit bedrag wordt verlaagd naar € 3.000,- als het gaat om een eerste administratieve overtreding bij particuliere verhuurders (bij een administratieve overtreding valt te denken aan het verhuren zonder vergunning, zonder BRP inschrijving, of verhuur zonder het vermelden van een registratienummer in een advertentie).
Interessant hierbij is dat het verlaagde boetebedrag wordt toegepast op alle administratieve overtredingen van particulieren vanaf 1 oktober 2021 (ongeacht of er al/nog een juridische procedure tegen de boete loopt). Kortom, dit nieuwe beleid geldt met terugwerkende kracht.
Ook is in dit nieuwe beleid meer invulling gegeven voor het matigen van een boete bij verminderde verwijtbaarheid ten aanzien van de overtreding én bij geringe financiële draagkracht van de overtreder. Voorgaande volgt ook uit rechtspraak maar in dit beleid zijn hiervoor wat stappen in de beoordeling geconcretiseerd, wat de rechtszekerheid (hopelijk) ten goede komt.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.