icon

WHOA-afkoelingsperiode biedt geen bescherming tegen vordering

In deze blog behandelen wij de beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 25 augustus 2022 waarin een verzoek tot afkondiging van een WHOA-afkoelingsperiode wordt afgewezen omdat de schuldenaar met de afkoelingsperiode beoogde bescherming te krijgen tegen de vordering van het pensioenfonds, terwijl de vorderingen van pensioenfondsen (en werknemers) niet vallen onder het bereik van de WHOA.

Deze blog is onderdeel van de Serie de WHOA.

Afkoelingsperiode in de WHOA-procedure

Na het deponeren van de startverklaring kan de rechter, tijdens de WHOA-procedure, op verzoek van de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een afkoelingsperiode gelasten (artikel 376 Fw). Met het gelasten van een afkoelingsperiode kan de rechtbank verhaals- en executiemogelijkheden van schuldeisers beperken. De rechtbank kan bijvoorbeeld bepalen dat reeds gelegde beslagen vervallen. Ook worden aanhangige faillissements- en surseanceverzoeken geschorst. Schuldeisers met een pandrecht op vorderingen zijn gedurende de afkoelingsperiode niet bevoegd hun stil pandrecht te openbaren en hun pandrechten uit te winnen, mits de schuldenaar op toereikende wijze vervangende zekerheid stelt voor het verhaal van de pandhouder krachtens dat pandrecht.

De afkoelingsperiode geldt voor een termijn van ten hoogste vier maanden, welke termijn kan worden verlengd tot maximaal acht maanden.

Het verzoek om een afkoelingsperiode wordt toegewezen als summierlijk blijkt dat dit noodzakelijk is om de door de schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten, en op het moment dat de afkoelingsperiode wordt afgekondigd redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de schuldenaar hierbij gediend zijn en – kort gezegd – beslagleggers en schuldeisers die het faillissement van de verzoeker hebben aangevraagd, niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.

Beschikking van de Rechtbank Amsterdam

Bij beschikking van 25 augustus 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:5013) heeft de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode afgewezen.

Verzoek WHOA-afkoelingsperiode schuldenaar en zienswijze pensioenfonds

Een tweetal crediteuren, waaronder een bedrijfstakpensioenfonds, hebben het faillissement van de schuldenaar (latere verzoeker om de afkoelingsperiode) aangevraagd. De schuldenaar heeft vervolgens een startverklaring gedeponeerd en dezelfde dag de rechtbank verzocht een afkoelingsperiode af te kondigen voor een periode van twee maanden.

Met de afkoeling en het aan te bieden akkoord wordt geen voortzetting van de onderneming beoogd. In plaats daarvan wenst de schuldenaar tot een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering te komen ten gunste van alle schuldeisers. Een voorwaarde daarvoor is, aldus nog steeds de schuldenaar, dat het door het pensioenfonds ingediende verzoek tot faillietverklaring van de schuldenaar gedurende de afkoelingsperiode wordt geschorst althans niet wordt doorgezet.

Het pensioenfonds heeft zijn zienswijze op het verzoek kenbaar gemaakt. Het pensioenfonds wenst integraal te worden betaald maar heeft geen zekerheid dat dit ook zal plaatsvinden. Het fonds heeft geen vertrouwen in het welslagen van een akkoord, waarvoor de (cijfermatige) onderbouwing vooralsnog ontbreekt.

Rechtbank wijst verzoek om afkoelingsperiode af

De rechtbank wijs het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode af. De belangrijkste reden voor afwijzing is dat de WHOA niet van toepassing is op werknemersrechten en evenmin op een vordering voor achterstallige premies van een pensioenfonds en dat een afkoelingsperiode dus evenmin bescherming biedt tegen dergelijke vorderingen (zie over dit onderwerp onze blog van 10 december 2021). De rechtbank overweegt als volgt.

5.5. Uit artikel 376 lid 4 Fw volgt dat een afkoelingsverzoek zal worden toegewezen indien summierlijk blijkt dat (i) een afkoelingsperiode noodzakelijk is om de door schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van een akkoord te kunnen blijven voortzetten, (ii) redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers hierbij gediend zijn en (iii) dat de in artikel 376 lid 2 Fw bedoelde derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.

(…)

5.8. Op dit moment zijn er nog geen externe financiële middelen beschikbaar. Om de meerwaarde te kunnen realiseren, is nodig dat de gecontroleerde afwikkeling niet kan worden ‘verstoord’ door een faillietverklaring. Dit zal veelal kunnen worden bewerkstelligd door het afkondigen van een afkoelingsperiode. Dit is hier echter anders. Het Pensioenfonds heeft een verzoek tot faillietverklaring van [betrokkene] ingediend. Het fonds heeft een aanzienlijke vordering op [betrokkene] die klaarblijkelijk ziet op onbetaald gelaten pensioenpremies. De WHOA is niet van toepassing op een dergelijke vordering voor achterstallige premies van een pensioenfonds; een afgekondigde afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 376 Fw kan zich niet uitstrekken tot de rechten van werknemers en evenmin tot vorderingen voor pensioenpremies (zie Hoge Raad 25 februari 2022, ECLI:NL2022:328 [bedoeld werd: ECLI:NL:HR:2022:328 en lees onze blog over de conclusie bij dit arrest]). Niet is gesteld of gebleken dat [betrokkene] met het Pensioenfonds tot overeenstemming is gekomen. Uit de zienswijze van het pensioenfonds volgt eerder het tegendeel: het fonds wenst terstond (zekerheid van) betaling van zijn vordering en heeft geen vertrouwen in het welslagen van een schuldeisersakkoord. [betrokkene] heeft dan ook onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het haar – ondanks de positie van het Pensioenfonds – kan lukken een faillissement af te wenden. In deze situatie kan er aldus evenmin vanuit worden gegaan dat de belangen van de schuldeisers gediend zijn bij het afkondigen van een afkoelingsperiode.

Wieringa Advocaten

Ondernemers kunnen door het aanbieden van een akkoord veel winnen. Hebt u vragen over de WHOA, een herstructureringsakkoord of een dreigend faillissement? Neem gerust contact op met een van onze specialisten op het gebied van de WHOA en het insolventierecht: Joost van der Grinten, Joram Verstoep en Joël Bouman. Wij zijn u graag van dienst!

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
WHOA-afkoelingsperiode biedt geen bescherming tegen vordering

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief