Praktijkgebieden: Financiering en zekerheden
De consument in kwestie is eigenaar van een woning die niet op eigen grond staat, maar die hij in erfpacht heeft gekregen van de gemeente Amsterdam. Deze woning is gefinancierd met een hypothecaire geldlening bij de Rabobank (hierna: de bank).
In 2020 heeft de gemeente Amsterdam erfpachters de mogelijkheid geboden over te stappen van voortdurende erfpacht naar eeuwigdurende erfpacht. De consument heeft hier gebruik van gemaakt. Volgens de bank moest de consument hierdoor echter wel een nieuwe hypotheekakte laten opmaken. De (notaris)kosten voor het opstellen hiervan zouden voor rekening van de consument komen.
De consument vond dit onredelijk en diende een klacht in bij de Geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
De Geschillencommissie gaf de consument gelijk en oordeelde dat de bank niet van een consument kan verlangen dat hij of zij de kosten voor een nieuwe hypotheekakte moet betalen bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht (GC 2022-0192). De Geschillencommissie kwam als volgt tot dit oordeel.
Uit de bankvoorwaarden volgt weliswaar dat een consument voldoende zekerheid moet bieden aan de bank voor zijn of haar afgesloten hypothecaire geldlening . Onder omstandigheden mag de bank dan ook een nieuwe hypotheekakte aan de consument vragen. In dit geval is de kans dat de zekerheidspositie van de bank in gevaar komt bij de overstap naar eeuwigdurende erfpacht echter miniem. Bovendien is niet gebleken dat het erfpachtrecht en het daaraan gekoppelde hypotheekrecht teniet gaan vanwege de overstap naar eeuwigdurende erfpacht.
De Geschillencommissie oordeelde daarom dat het onredelijk is van de bank om de kosten van de nieuwe hypotheekakte door de consument te laten betalen. De bank moest deze kosten daarom aan de consument vergoeden.
Bent u recent overgestapt van voortdurende erfpacht naar eeuwigdurende erfpacht? En heeft u bij deze overstap kosten gemaakt voor het laten opstellen van een hypotheekakte? Dan is er een grote kans dat deze kosten op uw bank verhaald kunnen worden. Wij kunnen u daarbij assisteren. Neem gerust contact met ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.