Praktijkgebieden: ICT en internetrecht
Binnen de cryptomarkt bestaat al jaren behoefte aan meer regulering; en daar wordt binnen de Europese Unie momenteel hard aan gewerkt. Een nieuwe verordening is namelijk in de maak, de Verordening betreffende markten in cryptoactiva, ook wel afgekort als “MiCA” (Regulation on Markets in Crypto Assets). Met deze nieuwe verordening wordt beoogd een uniform Europees regelgevingskader omtrent crypto tot stand te brengen en een robuust juridisch kader te scheppen. Dit alles ter bevordering van de innovatie van crypto, consumenten- en beleggersbescherming, marktintegriteit en financiële stabiliteit.
Op 14 maart 2022 werd het voorstel echter door het Europees Parlement weggestemd. In de conceptverordening was namelijk een bepaling opgenomen die werd geïnterpreteerd als een verbod voor crypto-activadiensten om cryptovaluta aan te bieden die zijn gebaseerd op het “Proof-of-work”-mechanisme, zoals bijvoorbeeld Bitcoin en Ethereum. Dergelijke cryptovaluta worden “gemined” met behulp van processoren die ingewikkelde rekensommen oplossen, waar veel rekenkracht – en dus veel energie – voor nodig is; niet bepaald een duurzame exercitie. Het “PoW-verbod” is inmiddels uit de conceptverordening gehaald en zo’n verbod lijkt nu definitief van de baan. Binnenkort kan er dus opnieuw over de conceptverordening worden gestemd.
Alle reden om alsnog wat meer te vertellen over deze nieuwe “cryptoverordening”. Die bevat overigens niet de eerste Europese wetgeving over crypto. In 2018 werd de vijfde Anti-witwasrichtlijn aangenomen, inmiddels geïmplementeerd in onze Nederlandse Wwft. Daarin waren al enkele bepalingen gewijd aan crypto, overigens zonder dat die term er daadwerkelijk in werd genoemd. Het doel van die wetgeving was echter gelegen in het onder de anti-witwasregelgeving brengen van “poortwachters tot virtuele valuta”. Over deze richtlijn schreven wij destijds al een tweetal blogs (I) (II). Het doel van de nieuwe MiCA-verordening is geheel anders: het wegnemen van belemmeringen voor de vrijheid van vestiging en het beter doen functioneren van de interne markt voor cryptodiensten.
De MICA-verordening maakt op zichzelf weer deel uit van het Digital Finance-pakket, een pakket aan maatregelen van de Europese Commissie dat meer ruimte moet creëren en impulsen moet geven aan het potentieel dat nieuwe digitale financiële diensten bieden. De verordening is daarmee onderdeel van een bredere strategie voor cryptoactiva en blockchaintechnologie binnen de Europese Unie. Een van de prioriteiten in die strategie is dat het Europese reguleringskader voor de betreffende diensten “innovatievriendelijk” moet worden gemaakt en geen hinderpaal mag vormen voor de toepassing van nieuwe technologieën.
Tot op heden gaan de lidstaten allemaal anders om met cryptoactiva en cryptoactiva-diensten. Dat leidt er allereerst toe dat cryptobedrijven in Europa moeilijk op kunnen schalen. Zo gelden er in de lidstaten verschillende vergunningsstelsels en moeten deze bedrijven soms hun bedrijfsmodel aanpassen als ze in een andere lidstaten actief worden. Dat leidt vanzelfsprekend tot hogere kosten. Het verschil in wetgeving zorgt bovendien voor een ongelijk speelveld voor crypto-ondernemingen binnen de Europese Unie als geheel. De nieuwe verordening beoogt crypto-ondernemingen toegang te verschaffen tot de volledige interne markt en bevordert de rechtszekerheid die nodig is om innovatie in de cryptomarkt binnen de Europese Unie te bevorderen. Uniforme Europese cryptowetgeving zorgt tegelijkertijd voor meer marktintegriteit en een betere bescherming van consumenten en beleggers. Dat moet weer resulteren in meer marktvertrouwen.
De nieuwe verordening wordt van toepassing op aanbieders van crypto-activadiensten en emittenten van cryptoactiva en bevat uniforme definities voor de verschillende soorten cryptoactiva, cryptodiensten en emittenten van crypto. In tegenstelling tot de wat algemeen omschreven begrippen in de vijfde Anti-witwasrichtlijn – daarin kwamen we niet verder dan “virtuele valuta” en “aanbieders van bewaarportemonnees” – zijn in de MiCA-verordening “echte” cryptodefinities opgenomen zoals “Utility tokens”, “asset-referenced tokens” (ofwel: stablecoins) en “Distributed Ledger Technology” (ofwel: blockchain). Kortom een “echte” cryptoverordening dus.
Zonder een uitputtend overzicht te willen geven – daar leent deze blog zich niet voor – hieronder een staccato greep uit de inhoud van de nieuwe verordening.
In de verordening zijn verder – onder meer – regels opgenomen over het door de nationale autoriteiten te houden toezicht, verbodsbepalingen om marktmisbruik te voorkomen en regels over aanbiedingen en reclame-uitingen voor het publiek van cryptoactiva.
Kortom, de verordening bevat een zeer uitgebreid regelgevingskader over cryptoactiva en crypto-activadiensten.
Wilt u meer weten over de nieuwe Europese cryptoverordening MiCA of heeft u andere vragen over crypto? Wij hebben ruime ervaring met het procederen en adviseren over crypto. Wieringa Advocaten is u graag van dienst.
Arjen Schram is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied ict en internetrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.