Praktijkgebieden: Huurrecht
Inleiding
Over huurkortingen vanwege de coronapandemie op grond van artikel 6:258 BW dan wel artikel 7:207 BW is veel te doen. Zoals wij in onze blog al bespraken is onlangs de conclusie PG hierover gepubliceerd. Hierin wordt de rekenmethode van het Hof Amsterdam van 14 september 2021 bepleit, aan de hand waarvan kan worden vastgelegd op welk bedrag aan huurkorting huurders (mogelijk) recht hebben.
Alle omstandigheden relevant
Het staat buiten kijf dat bij het eventueel toekennen van een huurkorting alle omstandigheden van het geval van belang (behoren te) zijn. Allerlei omstandigheden worden door rechters meegewogen, zoals (i) de belemmeringen in de bedrijfsvoering van de huurder, (ii) het omzetverlies van de huurder, (iii) de hoedanigheid van partijen, (iv) de financiële positie van partijen, (v) de ontvangen overheidssteun en (v) andere inkomsten van de huurder.
Geen rekening met fiscale behandeling van de TVL en de TOGS
Het valt op dat in de (gepubliceerde) rechtspraak tot op heden geen enkele rechter nog rekening heeft gehouden met de fiscale behandeling van de TVL (en die van de TOGS). Dit is opvallend, omdat juist deze fiscale behandeling bijzonder is en tot een aanzienlijk belastingvoordeel leidt.
De wetgever heeft namelijk al besloten dat de TVL en de TOGS in 2020 onbelast zijn; indien het parlement de verwachte goedkeuring ook voor 2021 geeft, zijn deze subsidies volledig vrijgesteld van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Hierdoor mogen de TVL en de TOGS bij de berekening van het belastbaar inkomen of de winst buiten beschouwing worden gelaten. Dit terwijl de vaste lasten (zoals de huurverplichtingen) fiscaal gezien wel volledig als kosten opgevoerd mogen worden.
Aanzienlijk belastingvoordeel
Het gevolg is dat de ontvangen TVL en TOGS deel uitmaken van het resultaat van een onderneming maar bij het berekenen van de belastinglast over het boekjaar niet meegenomen hoeven te worden. Dit levert een aanzienlijk belastingvoordeel op. Bij een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap zal dit in 2020 en 2021 circa 37-49,5% van de ontvangen TVL en TOGS bedragen. Bij een besloten vennootschap en bij een stichting of vereniging die een onderneming drijft zal de besparing van vennootschapsbelasting in die jaren tussen de 16,5% (in 2020) dan wel 15% (in 2021) en 25% liggen.
Heeft de onderneming in de boekjaren 2020 en/of 2021 fiscale verliezen geleden, dan leidt de vrijstelling van TVL en TOGS tot een hoger fiscaal verlies in die jaren. Hoe groot het fiscaal voordeel van de vrijstelling in dat geval is, hangt af van het antwoord op de vraag wanneer de onderneming het extra fiscale verlies daadwerkelijk kan verrekenen met belastbare winsten uit andere boekjaren.
Belastingvoordeel dient te worden meegewogen
Een rechter zal pas een huurkorting (mogen) opleggen indien het contractuele evenwicht, na ontvangen tegemoetkomingen, tussen de prestaties van verhuurder en huurder is verstoord. Om vast te stellen of dit evenwicht is verstoord, dient ook de fiscale behandeling van de TVL en de TOGS te worden meegewogen. Het belastingvoordeel van een huurder en/of verhuurder kan immers zodanig zijn dat van een verstoring van het contractuele evenwicht geen sprake meer is.
Conclusie
De rechter kan de gevolgen van een huurovereenkomst wijzigen en aldus tot een maatwerkoplossing komen rekening houdend met alle omstandigheden van het geval. Juist omdat al deze omstandigheden van belang zijn, dient ook het belastingvoordeel als gevolg van de fiscale behandeling van de TVL en TOGS te worden meegewogen.
Zou u graag eens vrijblijvend overleggen over een huurkorting vanwege de coronapandemie of juist het weigeren daarvan? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Charles Moons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.