Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, WHOA
Deze blog is onderdeel van de Serie WHOA.
Als een WHOA-akkoord wordt gehomologeerd, is het verbindend voor de schuldenaar en alle stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders (artikel 385 Fw). Het akkoord moet alle informatie bevatten die de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders nodig hebben om zich een geïnformeerd oordeel te kunnen vormen over het akkoord (artikel 375 lid 1 Fw). Het akkoord moet onder meer de reorganisatie- en vereffeningswaarde benoemen. Ontbreekt deze informatie, dan zal de rechter een verzoek tot homologatie van het akkoord afwijzen (artikel 384 lid 2 aanhef en onder c Fw).
De vereffeningswaarde (ook wel liquidatiewaarde of faillissementswaarde genoemd) is de opbrengst die naar verwachting gerealiseerd kan worden bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement (artikel 375 lid 1 onder f Fw). De term vereffeningswaarde past onzes inziens beter dan liquidatiewaarde. Onder liquidatiewaarde wordt namelijk doorgaans verstaan de verwachte opbrengst bij een afzonderlijke verkoop van de bezittingen (dus niet going concern). Dit terwijl de onderneming in faillissement ook going concern kan worden verkocht.
De reorganisatiewaarde is de waarde die naar verwachting gerealiseerd kan worden als het akkoord tot stand komt (artikel 375 lid 1 onder f Fw). Over het algemeen is de reorganisatiewaarde moeilijker te bepalen dan de vereffeningswaarde. Er zijn veel verschillende waarderingsmethoden. Bij de waardering zal niet alleen de waarde na een succesvolle herstructurering moeten worden meegenomen, maar ook de kans dat de herstructurering niet het gewenste resultaat zal hebben en er alsnog een faillissement zal volgen.
Het waarderen van een onderneming is specialistenwerk. Dat geldt ook voor het waarderen van de reorganisatiewaarde in het kader van een WHOA-akkoord. Omdat de hoogte van de waardering van de reorganisatiewaarde van invloed is op hetgeen elke vermogensverschaffer (schuldeiser dan wel aandeelhouder) zal ontvangen, hebben verschillende vermogensverschaffers verschillende belangen bij de uitkomst. Het is dus niet onaannemelijk dat de verschillende vermogensverschaffers verschillende standpunten ten aanzien van de waardering zullen innemen en het niet altijd eens zullen zijn met de waarderingsmethode en -uitkomst. Om discussie hierover te voorkomen verdient het daarom aanbeveling om een objectief en controleerbaar waarderingsrapport te laten opstellen door een onafhankelijke waarderingsdeskundige. Dit zal in de regel de kans van slagen van een WHOA-traject vergroten.
Als blijkt dat de reorganisatiewaarde niet hoger is dan de vereffeningswaarde, zal het akkoord niet worden gehomologeerd als een tegenstemmende vermogensverschaffer (schuldeiser of aandeelhouder) om afwijzing hiervan verzoekt (artikel 384 lid 3 Fw), ongeacht of alle klassen met het akkoord hebben ingestemd.
De vereffeningswaarde en reorganisatiewaarde zijn belangrijke aspecten van het WHOA-akkoord. Wij staan u graag bij in een WHOA-traject, maar laten de waardering graag over aan de waarderingsdeskundige. Een objectief en controleerbaar waarderingsrapport opgesteld door een onafhankelijke waarderingsdeskundige vergroot de kans op een succesvolle herstructurering.
De WHOA biedt veel mogelijkheden om schulden te herstructureren! Heeft u vragen over de WHOA of een herstructureringsakkoord? Neem gerust contact op met een van onze specialisten op het gebied van de WHOA en het insolventierecht: Joost van der Grinten, Joram Verstoep en Joël Bouman. Wij zijn u graag van dienst!
Joël Bouman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.