Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Burgemeester Halsema van gemeente Amsterdam heeft onlangs met de andere leden van de driehoek een nieuw coffeeshopbeleid voor Amsterdam voorgesteld. Dit deed zij middels een brief aan de gemeenteraad. De voorstellen die in deze brief zijn opgenomen moeten leiden tot een kleinschalige cannabismarkt met minder vraag, minder aanbod en een lokale regulering van de achterdeur, waarbij wordt aangesloten bij de in 2010 geuite voornemens van de Ministers van VWS en J&V, aldus de burgemeester.
Amsterdam speelt met 166 coffeeshops een grote rol op het nationale speelveld: dit is namelijk goed voor bijna 30% van alle coffeeshops in Nederland. In haar brief haalt de burgemeester ook een onderzoek aan van Onderzoeksbureau Breuer & Intraval waaruit blijkt dat Amsterdam hiermee voorziet in een aanzienlijk deel van de vraag voor Nederlandse inwoners en buitenlandse toeristen.
Om de vraag naar cannabis terug te drinken en het aanbod kleinschaliger en meer lokaal te maken worden de volgende stappen voorgesteld:
De laatste genoemde stap is het meest vergaand. Eventuele invoering moet in ieder geval voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Daarnaast is het maar de vraag of het ingezetenecriterium goed te handhaven is (o.a. gelet op de handhavingscapaciteit in Amsterdam). Ook kan het ervoor zorgen dat er een verschuiving ontstaat naar de illegale softdrugsmarkt. Dit zijn bekende punten van kritiek die al jarenlang worden geuit in discussies rondom regulering van deze markt.
Het ingezetenecriterium is vanaf 2012 in een aantal andere steden ingevoerd, zoals Maastricht, Terneuzen en Vlissingen. Dit ging gepaard met een grotere inzet van de politiecapaciteit, zie hierover ook de discussienotitie ‘Naar een beheersbare cannabismarkt in Amsterdam’ die gevoegd was bij de brief aan de gemeenteraad. Het drugstoerisme zou in een aantal van deze steden drastisch zijn verminderd. Het is echter maar de vraag of deze steden vergelijkbaar zijn met Amsterdam en of de lessen die daar zijn getrokken dus ook van toepassing zijn op de hoofdstad. Voor nu is het in ieder geval afwachten wat de gemeenteraad zal vinden van het voorstel van de burgemeester en de driehoek.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.