icon

De taak van de curator bij een boedeloverschot

In een zaak die leidde tot het arrest van 24 april 2020 van de Hoge Raad kwam onder meer de vraag aan de orde of in een geval waarin de faillissementsboedel voldoende baten omvat om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten volledig te voldoen, het faillissement moet worden beëindigd, dan wel de curator mag doorgaan met het te gelde maken van activa ten behoeve van niet-geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders. In deze zaak hadden enkele belanghebbenden de rechter-commissaris verzocht om de curator te bevelen over te gaan tot beëindiging van het faillissement (lees onze blog over hoe belanghebbenden invloed kunnen uitoefenen op de curator).

De Hoge Raad overweegt dat het doel van een faillissement is om het vermogen van de schuldenaar te verdelen onder diens gezamenlijke schuldeisers. Het faillissement eindigt van rechtswege (onder meer) zodra aan de geverifieerde schuldeisers het volle bedrag van hun vorderingen is uitgekeerd (art. 193 lid 1 Fw). De ratio hier achter is dat wanneer de curator voldoende opbrengst heeft gerealiseerd om (na voldoening van de boedelkosten), de geverifieerde vorderingen te voldoen, het doel van het faillissement is bereikt. De Hoge Raad overweegt voorts dat, hoewel de curator bij de uitoefening van zijn taak ook rekening moet houden met andere bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel betrokken belangen dan die van de gezamenlijke schuldeisers, de eventuele belangen van andere, niet geverifieerde schuldeisers, geen afbreuk doen aan het voorgaande.

De Hoge Raad oordeelt dat:

indien de boedel toereikend is om de geverifieerde schuldeisers te voldoen, het de curator niet vrijstaat de vereffening voort te zetten en overige activa te gelde te maken ten behoeve van andere, niet geverifieerde schuldeisers of, in geval van een vennootschap, de aandeelhouders. Daaraan doet niet af dat de curator bij de wijze waarop hij zijn beheers- en vereffeningstaak uitoefent, ook rekening moet houden met andere bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel betrokken belangen dan die van de gezamenlijke schuldeisers. Die taak komt immers tot een einde zodra de vereffening voldoende heeft opgeleverd om alle geverifieerde schuldeisers te kunnen voldoen.

Een curator mag dus niet doorgaan met de vereffening van het vermogen van de schuldenaar, als alle geverifieerde schuldeisers volledig kunnen worden voldaan. Dit kan van belang zijn voor natuurlijke personen die failliet zijn verklaard, maar ook voor bijvoorbeeld personen die een schuld hebben aan een failliete persoon en door diens curator worden aangesproken.

Hebt u van doen met een curator die onvoldoende oog heeft voor uw belangen? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst. Diverse van onze advocaten worden ook regelmatig zelf tot curator benoemd en weten dus als geen ander hoe om te gaan met dergelijke vraagstukken.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De taak van de curator bij een boedeloverschot

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief