Praktijkgebieden: Omgevingsrecht, Ruimtelijke ordening
Eind mei dit jaar heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een aantal belangwekkende uitspraken gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (het PAS) (zie ECLI:NL:RVS:2019:1604 en ECLI:NL:RVS:2019:1603). Wij schreven hier al eerder een blog over.
Tot voor kort werd op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde Natura 2000-gebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Door deze maatregelen konden nieuwe activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken worden toegelaten. Sinds de voornoemde uitspraken mag zo’n toestemming ‘vooraf’ niet meer.
In voornoemde uitspraken heeft de Afdeling nieuwe kaders gesteld als het gaat om de uitstoot van stikstof bij vergunningverlening. Bij het verlenen van omgevingsvergunning zal moeten worden meegenomen in hoeverre er sprake is van significante gevolgen voor omliggende natuur. Verder mag het PAS niet als basis dienen voor het verlenen van een vergunning.
De PAS-uitspraken zullen vele projecten raken, waarvan de gerechtelijke procedures zijn aangehouden door de Afdeling in afwachting van deze uitspraken. Wij schreven ook al eerder een blog over de inventarisatie van deze projecten door de Minister. De vrees was dat veel projecten in gevaar zouden komen.
Ook in de gemeente Veldhoven speelde een zaak die in afwachting van de PAS-uitspraken werd aangehouden. Het ging om een wegverbreding van de Kempenbaan-West in Veldhoven en een nieuwe aansluiting op de rijksweg A67. Nadat de Afdeling eind 2018 had besloten tot deze aanhouding, heeft de gemeente Veldhoven getracht om de gevolgen van de bouw van de nieuwe aansluiting voor de natuur opnieuw te beoordelen, maar deze keer buiten het PAS om. De gemeente heeft een zogenoemde ADC-toets uitgevoerd. Deze toets behelst kort gezegd het volgende (zie ook artikel 2.8 lid 4 Wet natuurbescherming):
1. Er zijn geen alternatieven voor het project (A);
2. Er is een dwingende reden van groot openbaar belang (D);
3. Er worden voldoende compenserende maatregelen getroffen (C).
Als het project de toets doorstaat, kan het doorgaan ondanks de stikstofuitstoot die het veroorzaakt. Kortom, vergunningaanvragers zouden met deze ADC-toets de negatieve gevolgen van de PAS-uitspraken kunnen omzeilen. Deze toets is niet nieuw, in juli 2018 deed de Afdeling ook al een uitspraak over de succesvolle toepassing van de toets inzake de “Blankenbrugverbinding” bij Rotterdam (zie ECLI:NL:RVS:2018:2454).
De gemeente Veldhoven bepleitte dat het project de ADC-toets had doorstaan. De Afdeling heeft onlangs in deze zaak uitspraak gedaan en ging mee met het betoog van gemeente Veldhoven (zie ECLI:NL:RVS:2019:2560). De Afdeling overwoog dat de aanpassing van de wegen leidt tot een verbetering van de bereikbaarheid van bedrijventerrein De Run in Veldhoven. Daarbij wordt met de nieuwe infrastructuur een nieuwe regionale verbindingsweg tussen Veldhoven en de bestaande N69 ten zuiden van Valkenswaard aangesloten op het bestaande wegennet. Ook draagt de aanpassing bij aan het oplossen van leefbaarheids- en verkeerveiligheidsproblemen in Veldhoven, Waalre en Aalst. Er zijn dus ‘dwingende redenen van groot openbaar belang’, aldus de Afdeling. Bovendien weegt het aangevoerde belang zwaarder dan de aantasting van het desbetreffende Natura 2000-gebied (Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux). Uit de ADC-toets bleek namelijk dat de aantasting van dit gebied – gezien het geringe areaalverlies voor de vier habitattypen in kwestie – beperkt is. Verder oordeelde de Afdeling dat er ‘voldoende compenserende maatregelen getroffen’ worden. Gemeente Veldhoven heeft in het compensatieplan verschillende maatregelen opgenomen om het verlies aan natuur te compenseren. De Afdeling oordeelde dat er onvoldoende reden is om te twijfelen aan de effectiviteit van deze maatregelen, bovendien zouden de compensatielocaties groot genoeg zijn.
Al met al een interessante uitspraak, en in het bijzonder voor projecten die door de PAS-uitspraken geen doorgang meer zouden kunnen vinden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.