Praktijkgebieden: Conflictoplossing
De Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (hierna: de Minster) heeft een wetsvoorstel ter consultatie aangeboden om de hoogte van het griffierecht zoals vastgesteld in de Wet griffierechten burgerlijke zaken te wijzigen. Dit wetsvoorstel is maandag jl. in consultatie gegaan waardoor eenieder hierop momenteel een reactie kan geven.
In de kern houdt dit wetsvoorstel in dat de huidige griffierechtcategorie van rechtspersonen en natuurlijk personen met een vordering tussen € 500 en € 12.500 wordt opgesplitst in vier categorieën en dat de hoogte van het griffierecht voor de verschillende categorieën wordt gewijzigd. Het griffierecht zal voor de verschillende categorieën als volgt worden aangepast:
In het volgende schema (afkomstig uit de memorie van toelichting, p. 2) zijn de nieuwe tarieven, inclusief de procentuele verhoging te zien, waarbij de verlaagde tarieven groen en de verhoogde tarieven roodbruin zijn gekleurd:
Het valt op dat het onderhavige wetsvoorstel in de memorie van toelichting wordt aangeprezen met ronkende teksten. De Minster doet het voorkomen alsof hiermee de problemen worden opgelost voor praktisch alle betrokkenen, zoals kleinere ondernemers die met onbetaalde rekeningen blijven zitten. Natuurlijk is het een nobel streven om de toegang tot de rechter voor personen met een beperkte vordering te verhogen. Er is dan ook niets op tegen om de hoogte van het voor hen geldende griffierecht te verlagen.
De Minster gaat in de memorie van toelichting echter vrijwel volledig voorbij aan de consequentie van het onderhavige wetsvoorstel dat het griffierecht voor rechtspersonen en natuurlijk personen met een vordering van € 5.000 of meer met maar liefst 35% wordt verhoogd. Dat is een ongekend forse verhoging, terwijl de tarieven in de afgelopen jaren sowieso al alleen maar zijn toegenomen. Bovendien laat de onderbouwing dat het wetvoorstel ‘budgetneutraal’ dient te zijn (zonder daarbij cijfers te delen) te wensen over. Verder is het de vraag of dit wetsvoorstel inderdaad budgetneutraal zal zijn (en geen slinkse poging om de inkomsten te verhogen). Al met al wordt pijnlijk zichtbaar dat de Minster die de toegang van burgers en bedrijven tot de rechter essentieel vindt, er kennelijk niet in is geslaagd om van de Minister van Financiën het budget te krijgen om die toegang tot de rechter ook intact te houden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.