Praktijkgebieden: Conflictoplossing
Soms heeft een rechter in een ander land een vonnis gewezen dat aldaar kan worden geëxecuteerd (om betaling af te dwingen), terwijl de verhaalsmogelijkheden in Nederland liggen. De partij die beschikt over een voor haar gunstig buitenlands vonnis, kan dan de Nederlands rechter vragen om dit vonnis te erkennen en de wederpartij conform dit vonnis te veroordelen. Maar wanneer komt een buitenlands vonnis eigenlijk voor erkenning in aanmerking? In een uitspraak van 6 maart 2019 van de Rechtbank Amsterdam komt het antwoord op deze vraag aan de orde.
Casus
In onderhavige zaak heeft European Commercial (EC) Investment B.V. (“EC”) op een openbare veiling aandelen in een Servische onderneming gekocht. Vervolgens heeft EC bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van de aandelen en heeft zij de definitieve koopovereenkomst niet willen ondertekenen. Na een lange procesgang is EC in Servië toch veroordeeld om aan wederpartij Agency for Dispute Resolution in Privatization Procedures (vertegenwoordiger van de Republiek Servië in privaatrechtelijke geschillen, “ADRPP”) omgerekend € 440.000 te betalen. Daarna heeft ADRPP in een bodemzaak bij de Rechtbank Amsterdam erkenning en tenuitvoerlegging van drie Servische vonnissen en overeenkomstige veroordeling in Nederland gevorderd (ex art. 431 lid 2 Rv).
Regeling van art. 431 lid 2 Rv
Omdat Verordening (EU) 1215/2012 (de EEX-Vo) niet van toepassing is – Servië is immers geen lid van de Europese Unie – en tussen Nederland en Servië geen verdrag van kracht is met betrekking tot de erkenning van buitenlandse vonnissen, staat voor ADRPP enkel een beroep op de regeling van art. 431 lid 2 Rv open om de Servische vonnissen in Nederland te executeren. Op grond van art. 431 lid 2 Rv kan een nieuwe procedure worden gestart voor de Nederlandse rechter om alhier een executoriale titel te verkrijgen. De rechter kan gezag toekennen aan het buitenlandse vonnis en geheel of gedeeltelijk het dictum daaruit overnemen in zijn Nederlandse vonnis, mits het buitenlandse vonnis voor erkenning in Nederland in aanmerking komt.
Om te bezien of dat laatste het geval is, dient de rechter het buitenlandse vonnis te toetsen aan de voorwaarden voor erkenning, zoals ontwikkeld in de jurisprudentie en geformuleerd in HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838 (Gazprombank) en bevestigd in HR 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:54 (Yukos). Een buitenlandse vonnis komt in beginsel voor erkenning in aanmerking indien:
Oordeel rechtbank
In de onderhavige zaak heeft EC aangevoerd dat niet zou zijn voldaan aan alle vier bovengenoemde erkenningsvoorwaarden. ADRPP heeft daarentegen toegelicht waarom dat wel zo is en waarom de Servische vonnissen juist wel voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland in aanmerking zouden komen.
De rechtbank oordeelt dat sprake is van een internationaal aanvaardbare bevoegdheidsgrond, onder meer omdat sprake was van een schadebrengend feit in Servië, een in Servië gehouden veiling en het aandelenkapitaal in een Servische onderneming. Verder oordeelt de rechtbank dat uit geen van de door EC overgelegde stukken blijkt dat het in artikel 6 EVRM neergelegde recht op een eerlijk proces is geschonden. Tevens oordeelt de rechtbank dat niet is komen vast te staan dat er sprake is van strijd met de Nederlandse openbare orde of van onverenigbare uitspraken tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp. De rechtbank komt daarom tot de slotsom dat de Servische vonnissen voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland in aanmerking komen en dat hetgeen waartoe EC in de Servische vonnissen is veroordeeld ook hier toewijsbaar is.
Heeft u vragen over de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlandse vonnis en Nederland? Neem gerust contact met ons op.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.