Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, Huurrecht
De meeste ondernemers hebben linksom of rechtsom te maken met huur en lease en komen vroeg of laat ook in aanraking met het faillissementsrecht. Dat geldt voor leasemaatschappijen, maar ook voor ondernemers die objecten leasen. Bij leaseobjecten kunt u bijvoorbeeld denken aan voertuigen, machines en onroerend goed. Om u nader te informeren over de combinatie van deze twee belangrijke onderwerpen, huur/lease en faillissementsrecht, schrijven wij de Serie huurrecht en faillissement.
In deze blog behandelen wij de situatie dat er sprake is van operational of financial lease en de lessee (huurder of koper) of de lessor (verhuurder of verkoper) failliet wordt verklaard.
Lease is een overeenkomst waarbij de lessor een goed in gebruik geeft aan de lessee, waarbij de lessee aan de lessor een vergoeding betaalt. Binnen het brede scala van leasevarianten, zijn er twee hoofdvarianten te onderscheiden: financial lease en operational lease. In geval van faillissement is van groot belang onder welke hoofdvariant de leaseovereenkomst valt. Ik behandel daarom eerst de kenmerken van de twee hoofdvarianten en daarna de gevolgen voor de lessor en lessee.
“Lease” is in Nederland niet een wettelijke term. “Lease” heeft ook niet een eenduidige juridische betekenis. Als we de verschillende varianten onderverdelen in de twee hoofdvarianten financial lease en operational lease, dan blijkt van de volgende verschillen.
Bij financial lease is de kern van de overeenkomst de financiering van het leaseobject. De lessor financiert het leaseobject en de lessor kan het leaseobject gebruiken. In ruil daarvoor betaalt de lessee het door de lessor geïnvesteerde bedrag, vermeerderd met rente, kosten en winst van de lessor, in termijnen terug aan de lessor. De maandelijks te betalen vergoeding is afhankelijk van de looptijd (de periode waarbinnen het gefinancierde bedrag moet worden terugbetaald). Vaak heeft de lessee de optie om het leaseobject aan het einde van de looptijd van de lessor te kopen tegen een relatief kleine vergoeding. Het economisch risico van het leaseobject ligt bij de lessee. Financial lease kan vaak worden aangemerkt als “huurkoop”. Over de kwalificatie van financial lease als huurkoop hebben wij eerder geblogd in de Serie Zekerheden.
Bij operational lease is de kern van de overeenkomst niet de financiering, maar het gebruik van het leaseobject. De lessor stelt de lessee in staat het leaseobject te gebruiken tegen een te betalen vergoeding. Aan het einde van de overeenkomst blijft de eigendom van het leaseobject bij de lessor. De lessor draagt het economisch risico van het leaseobject. Operational lease kan vaak worden aangemerkt als “huur”.
Het is niet van belang hoe partijen de leaseovereenkomst noemen. De feitelijke situatie is doorslaggevend.
De kwalificatie operational vs. financial lease is van groot belang.
In geval er sprake is van operational lease (huur) en de lessee (huurder) failliet gaat, geldt op grond van artikel 39 Fw dat zowel de curator als de lessor (de verhuurder) de leaseovereenkomst (op korte termijn) tussentijds kan opzeggen. Vanaf de datum van faillietverklaring zijn de leasetermijnen (de huurprijs) een boedelschuld (dus hoog in rang). Over de situatie dat de huurder failliet gaat, hebben wij reeds eerder geblogd.
In geval er sprake is van financial lease (huurkoop) en de lessee (koper) failliet gaat, geldt op grond van artikel 38a Fw dat zowel de curator als de lessor (verkoper) de lease (huurkoop) ontbonden kunnen verklaren. Het contract eindigt op het moment van ontbinding. Er geldt geen opzegtermijn. De lessor kan voor het hem verschuldigde bedrag als concurrent schuldeiser (dus laag in rang) opkomen. De verkoper kan voor een hem nog verschuldigd bedrag (zowel de koopprijs als schadevergoedingen en boetes), als concurrent schuldeiser in het faillissement opkomen. Omdat de lessor nog eigenaar is van het leaseobject, kan zij dat object opeisen bij de curator en het zelf verkopen. De lessor is een zogenaamde separatist.
Indien er spraken is van lease (zowel operational als financial lease) en de lessor (verhuurder of verkoper) failliet gaat, is artikel 37 Fw van toepassing. Over het geval dat de verhuurder failliet gaat, hebben wij reeds geblogd.
Als u lessee bent en uw lessor failliet gaat, of andersom, als u lessor bent en uw lessee failliet gaat, heeft dat grote gevolgen voor u. Het is zaak om u als lessor of lessee te vergewissen van uw belangen en rechten. Hebt u vragen over onderwerpen waarbij lease (huur of huurkoop) en faillissement samenkomen? Neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.