icon

Het agenderingsrecht van de aandeelhouder; niet ongelimiteerd

Artikel 2:109 BW (voor de N.V.) en artikel 2:219 BW (voor de B.V.) bepalen dat het bestuur en de raad van commissarissen bevoegd zijn tot het bijeenroepen van een algemene vergadering. Artikel 2:114 lid 1 BW (voor de N.V.) en artikel 2:224 lid 1 BW (voor de B.V.) bepalen dat bij de oproeping de te behandelen onderwerpen worden vermeld. Uit de bevoegdheid van het bestuur en de raad van commissarissen tot bijeenroeping volgt de bevoegdheid van deze organen tot vaststelling van de agenda en dus tot vaststelling van de te behandelen onderwerpen.

Op grond van artikelen 2:114a BW (voor de N.V.) en 2:224a BW (voor de B.V.) hebben aandeelhouders die alleen of gezamenlijk ten minste 3% (in geval van een N.V.) of 1% (in geval van een B.V.) van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, echter ook het recht om schriftelijk te verzoeken om een onderwerp te behandelen tijdens de algemene vergadering en dit onderwerp op de agenda te zetten.

Op 20 april 2018 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een procedure tussen Boskalis en Fugro waarin de grenzen aan het agenderingsrecht van de aandeelhouder centraal stonden. De achtergrond van het geschil was dat Boskalis, een van de aandeelhouders van Fugro, wilde dat Fugro een door Fugro gehanteerde beschermingsconstructie zou ontmantelen. Fugro weigerde daartoe over te gaan. Daarop heeft Boskalis Fugro verzocht om de ontmanteling van de beschermingsconstructie en de stemming daarover op te nemen in de agenda van de algemene vergadering. Ook daartoe was Fugro niet bereid. Boskalis heeft Fugro vervolgens in kort geding gedagvaard en gevorderd dat het Fugro zou worden bevolen het door Boskalis voorgestelde agendapunt alsnog op te nemen in de agenda.

De Hoge Raad overweegt dat een verzoek op grond van artikel 2:114a BW slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden geweigerd, maar dat het bepalen van het beleid en de strategie van een vennootschap en de met haar verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap en het bestuur niet verplicht is de algemene vergadering daaromtrent te consulteren. De Hoge Raad oordeelt op die grond dat de in artikel 2:114a BW bedoelde aandeelhouders en certificaathouders de vennootschap niet ertoe kunnen verplichten een onderwerp dat een aangelegenheid is van het bestuur ter stemming op te nemen in de agenda van de algemene vergadering.

Dit arrest van de Hoge Raad laat zien dat het agenderingsrecht van aandeelhouders niet snel terzijde kan worden geschoven, maar dat het zeker niet ongelimiteerd is. Het agendapunt dat de aandeelhouder in stemming wil brengen, moet wel een onderwerp betreffen dat valt binnen de bevoegdheden van de algemene vergadering.

Hebt u een geschil met uw (mede) aandeelhouder of wil het bestuur het door u voorgestelde agendapunt niet opnemen in de agenda? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst!

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Het agenderingsrecht van de aandeelhouder; niet ongelimiteerd

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief