Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Wanneer een onderneming in andere handen overgaat, treden de daar werkzame werknemers in dienst bij de overnemende partij, met alle rechten en plichten die ze hadden ten opzichte van hun oorspronkelijke werkgever. De hoofdregel "mens volgt werk" gaat ook op wanneer niet een heel bedrijf, maar een onderdeel daarvan onder andere zeggenschap komt. En tot "onderdeel" kan volgens vaste jurisprudentie ook een opdracht of project worden gerekend dat wordt overgenomen.
Een schoonmaakster behoorde tot de vaste ploeg medewerkers die schoonmaakten bij een klant van het schoonmaakbedrijf waar zij in dienst was. Ze viel echter wegens rugklachten uit, en het zag er naar uit dat die beperking blijvend zou zijn.De betreffende klant gunde vervolgens het project aan een ander schoonmaakbedrijf, hetgeen met zich bracht dat alle binnen dat project werkzame schoonmakers mee overgingen naar dit bedrijf.
Onze langdurig zieke schoonmaakster ging echter niet over, omdat zij al geruime tijd niet meer binnen het project werkzaam was, en automatische overgang volgens vaste jurisprudentie geldt voor die werknemers die "aldaar werkzaam" zijn. Zij bleef dus in dienst bij haar oorsponkelijke werkgever.
Zij wilde echter liever in dienst bij het overnemende bedrijf. Waarom zij meende daar beter af te zijn is niet duidelijk. De reden waarom zij meende nog altijd voldoende band met het project te hebben was dat zij in het kader van haar reintegratie klusjes had verricht die wel te maken hadden met het project waar zij schoonmaakwerk had verricht voor zij uitviel. Zij stelde zich dus op het standpunt dat zij nog altijd werkzaam was voor de overgegane onderneming.
Zij omschreef haar activiteiten zelf als "licht administratief werk", maar het bedrijf had een andere omschrijving: "onbenullige klusjes". Mevrouw zou voornamelijk kopjes afwassenen – voor zover ze niet puzzelde of zat te facebooken…Dat had nog een interessante discussie kunnen worden, maar een rapport van de bedrijfsarts bood duidelijkheid, daaruit bleek dat – onbenullig of niet – het voornamelijk ging om wat wel genoemd wordt "arbeidstherapeutisch werk", en het geen uitzicht gaf op blijvende tewerkstelling.
Het Hof in Den Bosch oordeelde dat onder die omstandigheden, zelfs al was de werkneemster tot voor kort nog actief geweest voor het betreffende project, zij onvoldoende binding had met het gedeelte van de onderneming dat was overgegaan naar het nieuwe schoonmaakbedrijf om daar in dienst te zijn getreden.
Of werkzaamheden die primair arbeidstherapeutisch van aard zijn onder alle omstandigheden tot de conclusie leiden dat de betreffende werknemer niet werkelijk nog "aldaar werkzaam" is, staat niet vast. Het is niet uit te sluiten dat wanneer de verrichte klusjes wél "benullig" kunnen worden geacht, een reintegrerende werknemer toch mee over gaat.Iets om onder omstandigheden in het achterhoofd te houden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.