Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Vraagstukken omtrent het aanvragen van het faillissement van een vof en de vennoten van die vof blijven de rechtspraak bezighouden. Op 8 juli 2016 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de prejudiciële vraag of bij de aanvraag van het faillissement van een vof én haar vennoten in één verzoekschrift slechts eenmaal griffierecht dient te worden geheven, of dat er griffierecht dient te worden geheven voor zowel de vof als haar individuele vennoten van wie het faillissement wordt verzocht.
Het antwoord van de Hoge Raad is dat voor de indiening van één verzoekschrift strekkend tot de faillietverklaring van zowel een vof als haar vennoten, slechts éénmaal griffierecht dient te worden geheven.
Bij de beantwoording van de prejudiciële vraag betrekt de Hoge Raad zijn recente arrest van 6 februari 2015, waarin de Hoge Raad is omgegaan en heeft geoordeeld dat een faillissement van een vof niet van rechtswege het faillissement van haar vennoten meebrengt. De Hoge Raad overwoog dat “Gelet op art. 18 WvK en de wenselijkheid dat de faillissementen van de vof en van de vennoten zoveel mogelijk tegelijk worden uitgesproken en afgewikkeld, verdient het overigens aanbeveling dat deze verzoeken zoveel mogelijk tezamen worden gedaan en behandeld.” Deze verzoeken kunnen dus niet alleen in één verzoekschrift worden opgenomen, maar de bovenstaande overweging bevestigt ook dat dergelijke verzoeken een nauwe samenhang vertonen en daarmee tussen hen een ‘direct verband’ bestaat, hetgeen rechtvaardigt dat slechts eenmaal griffierecht wordt geheven.
Het antwoord van de Hoge Raad is goed nieuws voor schuldeisers van vof’s. De (financiële) drempel voor een faillissementsaanvraag is als gevolg van het antwoord van de Hoge Raad beduidend lager.
Hebt u van doen met een niet betalende debiteur, of wordt uw faillissement aangevraagd? Neem gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.