Praktijkgebieden: Zorg
De openbaarmaking van tarieven van bepaalde ziekenhuisbehandelingen door zorgverzekeraar CZ heeft deze week tot nogal wat commotie geleid in Nederland. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) heeft de openbaarmaking veroordeeld: het op deze schaal bekendmaken van de prijzen zou op den duur leiden tot convergentie van prijzen – naar de hoogste tarieven welteverstaan, waardoor de kosten van ziekenhuiszorg zullen stijgen. Onder meer het St. Annaziekenhuis heeft erop gewezen dat het delen van tarieven tussen ziekenhuizen niet toegestaan is, en zet daarom haar vraagtekens bij de openbaarmaking door CZ.
Inmiddels hebben ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zich in de discussie gemengd. Opvallend genoeg wijken de standpunten van deze instanties, die beide toezicht houden op de marktwerking in de zorg, enigszins van elkaar af. De NZa juicht de stap van CZ toe, en hoopt dat andere verzekeraars het voorbeeld volgen. De ACM is wat terughoudender: zij stelt voorop dat transparantie van groot belang is voor de consument, maar waarschuwt wel voor mogelijke overtreding van de mededingingsregels.
De ACM is niet duidelijk over de aard van die mogelijke overtreding. Wellicht vreest zij dat verdere openbaarmaking van tarieven ertoe leidt dat verzekeraars en zorgaanbieders hun tarieven onderling met elkaar gaan afstemmen. Dat zou met name kunnen gebeuren als verzekeraars of ziekenhuizen inzage gaan geven in de tarieven voor het komende jaar (de door CZ openbaar gemaakte tarieven betreffen het lopende kalenderjaar), terwijl andere verzekeraars nog in onderhandeling zijn met zorgaanbieders. Afstemming van tarieven is dan zeker te verwachten, en dat zou niet in het belang van de vrije mededinging zijn.
Het is afwachten of transparantie over de prijzen per definitie tot hogere prijzen gaat leiden, zoals de NVZ stelt. Kennelijk zijn de ACM en de NZa daarvoor niet direct bang, gelet op hun pleidooien voor transparantie. Openheid over de prijzen kan natuurlijk ook juist tot een verlaging van de prijzen leiden, en dat is vermoedelijk wat CZ verwacht (en hoopt). Het valt in ieder geval te verwachten dat de tarieven van ziekenhuizen meer naar elkaar toe zullen bewegen, waarmee ook de praktijk van ziekenhuizen om prijsdiscriminatie tussen verzekeraars toe te passen zal verdwijnen.
Wellicht dat transparantie over de prijzen en het daaropvolgende wegvallen van de prijsverschillen op langere termijn leidt tot een (nog) grotere focus op de kwaliteit van de zorg – als de prijzen immers gelijk zijn zullen zorgverleners en verzekeraars zich op andere gebieden moeten gaan onderscheiden. Dat zou in ieder geval een ontwikkeling zijn waarbij de patiënt gebaat is.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.