Praktijkgebieden: Zorg
De publicatie eerder deze week door de IGZ van het eindrapport aangaande intensief toezicht dat sinds anderhalf jaar is gehouden op 150 verpleegzorginstellingen, heeft de nodige commotie veroorzaakt.
Ten aanzien van een elftal instellingen heeft de IGZ geconstateerd dat zij in de categorie intensief vervolgtoezicht thuishoren. Dit betekent dat binnen een organisatie in korte tijd bestuursgesprekken en meerdere (onaangekondigde) bezoeken bij verschillende locaties van de zorginstelling plaatsvinden. Op basis daarvan gaat de inspectie een oordeel geven over de gehele zorgorganisatie of heeft dat inmiddels gedaan. De staatsecretaris vertaalt de uitkomst van de rapportage tot het volgende citaat: “Achterblijvers moeten verbeteren of sluiten.”
Dat het ministerie en de IGZ voor publicatie van naam en toenaam kiest, geeft aan dat andere minder onorthodoxe methoden de afgelopen anderhalf jaar kennelijk niet voldoende resultaat hebben opgeleverd. Tegelijk past het ook in de huidige trend van meer openheid en transparantie. Bewoners, hun familie, mantelzorgers en ook de medewerkers moeten weten wat er aan de hand is.
Het is aan de instellingen om (nu wel) snel en adequaat in te grijpen om de veiligheid van bewoners te borgen en een negatieve stemming te beperken. Een aantal van deze verpleeginstellingen die volgens de IGZ het slechtst presteert, reageert echter met te dreigen juridische stappen te ondernemen tegen de IGZ. Men stelt daarbij dat de constateringen op verouderde gegevens zijn gebaseerd, dat de kwaliteit van de zorg nu op orde is en meer argumenten die feitelijk op hetzelfde neerkomen. Hoe begrijpelijk ook, het is de vraag of dit de juiste reactie is.
Ongetwijfeld zijn er voldoende advocaten te vinden die een afzwakking van de kwalificaties of een rectificatie willen bepleiten; in de meeste gevallen zal blijken dat juist dit precies de verkeerde reactie is. Bestuurders en toezichthouders van verpleegzorginstellingen doen er beter aan dit aan te grijpen en te gebruiken als signaal en instrument om noodzakelijke veranderingen versneld door te voeren. Het lijkt daarom verstandig het momentum te gebruiken om de huidige veranderstrategie te versnellen of aan te passen.
De gelegenheid is er, nu nog de juiste actie!
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.