Praktijkgebieden: Zorg
Wij hebben bij Wieringa Advocaten voortdurend één of twee ‘student-stagiaires' in dienst, rechtenstudenten die bij ons kennismaken met de advocatuur. Iris den Bieman, masterstudent aan de Universiteit Leiden, volgt op dit moment die studentstage. Ten behoeve van onze weblog schreef zij, samen met Lex Bruinhof, een bijdrage betreffende mediapublicaties over zorgverleners.
Regelmatig verschijnen ze in de media: koppen als “omstreden kno arts verzweeg dodelijk-incident” of “apothekersorganisatie verdacht van fraude“. Concrete uitlatingen en oordelen over de kwaliteit en deskundigheid van zorgverleners (veelal met naam en toenaam) vindt men daarnaast bijvoorbeeld op zorgkaartnederland.nl en sin-nl.org, waar ook verdenkingen van misstanden te vinden zijn. Door digitalisering (zoekmachines!) wordt informatie over de (vermeende) kwaliteit van zorgverleners makkelijker toegankelijk. De vraag is echter of dergelijke publicaties altijd rechtmatig zijn.
Bij de beoordeling van de rechtmatigheid van iedere publicatie spelen de grondrechten vrijheid van meningsuiting (enerzijds) en recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (anderzijds) een centrale rol. Vrijheid van meningsuiting is een van de speerpunten in onze democratie. In het onderhavige geval wordt dit belang versterkt door het maatschappelijke belang dat het wenselijk is dat informatie beschikbaar is over de kwaliteit van verleende zorg.Aan de andere kant staat echter het belang dat iemands reputatie niet wordt beschadigd door ongefundeerde, onjuiste en/of ongenuanceerde uitingen. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar kent grenzen.
Ook in het geval van publicaties over de kwaliteit van zorgverleners staan deze belangen tegenover elkaar. Om het in de termen van de door de Hoge Raad geïntroduceerde standaardformule te beschrijven: “Aan de ene kant geldt het belang dat misstanden die de samenleving raken niet mogen blijven voortbestaan door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek. Aan de andere kant staat het belang dat zorgverleners niet door publicaties worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen”.
De wet geeft geen rangorde voor deze belangen en de jurisprudentie evenmin. Vaste regel is slechts dat de feitenrechter er een afweging tussen moet maken en daar alle omstandigheden van het geval bij moet betrekken. Daarbij worden, waar toepasselijk, o.a. meegenomen:
Men kan zich afvragen of wettelijk verplichte zorginformatie (waaronder informatie over opgelegde maatregelen), te vinden via het BIG-register, niet al afdoende voorziet in het maatschappelijk belang van informatie over zorg. De vrijheid voor eenieder om andere publicaties te doen, blijft echter een grondrecht.
Mocht de rechter naar alle omstandigheden van het geval oordelen dat de publicatie onrechtmatig is in de zin van art. 6:162 BW, dan kan hij sancties opleggen. Denk aan een veroordeling tot schadevergoeding, tot openbaarmaking van een rectificatie of een verbod tot publicatie. Ook een eventuele bijkomende inbreuk op portretrecht of het recht op bescherming van persoonsgegevens kan aan een rechtsvordering ten grond worden gelegd.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.