icon

De Vrolijke Verveelvoudiger

(AI en auteursrecht – aflevering 3)


Wie de eerdere afleveringen uit deze serie heeft gelezen weet inmiddels dat de Instructeur (degene die de instructie geeft aan het AI-programma) zich heel gemakkelijk tot Maker kan verheffen. En daarmee tot auteursrechthebbende op de AI-creatie. Alles wat die hoeft te doen is de output van de AI van een persoonlijke touch voorzien – een kleine aanpassing die de creatie net even anders maakt. Daarmee is van de AI-creatie een verveelvoudiging in gewijzigde vorm tot stand gebracht en deze is, volgens artikel 10 Auteurswet (wel even doorscrollen naar lid 2), als zelfstandig werk beschermd.

Daarmee is de openingsvraag van deze serie beantwoord. Niet de machine (het programma zelf:  ChatGPT, Dall-E, of mijn nieuwe favoriet Perplexity.ai), ook niet de makers van dat programma, maar onder bepaalde omstandigheden wél de Instructeur kan auteursrecht hebben op een creatie die (voornamelijk) door AI is tot stand gekomen. Gewoon door daar een verveelvoudiging van te maken. Maar dan wel een bijzondere soort verveelvoudiging.

Twee soorten verveelvoudigen

Verveelvoudigen is één van de twee kernbevoegdheden van de auteursrechthebbende. De andere is openbaar maken. Het auteursrecht op een werk geeft immers, binnen zekere grenzen, het alleenrecht op het verveelvoudigen of openbaar maken van dat werk. Van dat verveelvoudigen bestaan twee vormen. Allereerst “gewoon” verveelvoudigen: gewoon plat kopiëren dus. Maar daarnaast ook: verveelvoudigen in gewijzigde vorm.

Daar valt veel onder te brengen. Denk aan de toneelbewerking, verfilming, of gewoon vertaling van een boek; een hiphop-bewerking van een Golden Oldie, of een foto van een beeldhouwwerk. In het algemeen, zoals artikel 13 Auteurswet het samenvat, “iedere geheele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm, welke niet als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt”. (Zoals de spelling laat zien is dit een van de weinige artikelen die sinds de introductie van de “Auteurswet 1912” niet meer zijn gewijzigd.)

Oók zo’n verveelvoudiging in gewijzigde vorm is een verveelvoudiging en kan dus “gewoon” door de auteursrechthebbende worden verboden. Dat merkten in de jaren tachtig de (verschillende) makers van de Suske en Wiske parodieën De Keizerkraker en De Glunderende Gluurder. Het ene album was een anarchistische en het andere een pornografische parodie op de Suske en Wiske verhalen. Beide makers beeldden de bekende stripfiguren en hun entourage af in geheel andere omstandigheden of houdingen dan Suske en Wiske tekenaar Vandersteen ooit had gedaan. Maar zij kregen hem wel achter zich aan wegens auteursrechtinbreuk.[1]

Beschermd als zelfstandig werk

Maar… hoe kan de Instructeur van een AI-werk door zijn verveelvoudiging dan toch beschermd worden? Dat heeft te maken met een ander aspect van de verveelvoudiging in gewijzigde vorm. Het is namelijk niet alleen een verveelvoudiging, het is ook een zelfstandig werk! De verveelvoudigings-kant wordt beheerst door artikel 13 en de werk-kant door artikel 10, lid 2 van de Auteurswet. Dat laatste artikel bepaalt, we zagen het al, dat de verveelvoudiging in gewijzigde vorm als zelfstandig werk wordt beschermd, zij het onverminderd het auteursrecht op het oorspronkelijke werk.

Wat betekent dit nu? Heel simpel: de verveelvoudiging in gewijzigde vorm blijft “schatplichtig” aan de maker van het oorspronkelijke werk. Een vertaling van een boek mag niet zonder toestemming van de schrijver op de markt verschijnen. Maar de vertaling is zelf ook beschermd. Toestemming of niet: iedereen moet óók met zijn vingers van de vertaling afblijven. Wordt die zonder toestemming van de vertaler in het verkeer gebracht, dan krijgt degene die dat doet zowel met de vertaler als met de maker van het oorspronkelijke werk te maken.

De vrolijke verveelvoudiger

Wat is nu het fijne voor de bewerker van een AI-creatie? Dat die AI-creatie zelf niet is beschermd! (zie deel 1 en 2). Dus er is geen “oorspronkelijk werk” dat beschermd moet worden: de AI-creatie is geen menselijke schepping en daarmee geen werk in de zin van de Auteurswet. Dat betekent dat de Instructeur die er een bewerking van maakt aan niemand schatplichtig is, maar zelf op basis van artikel 10, lid 2 wel bescherming geniet. Dat wil zeggen: binnen het bestaande systeem – dus zo lang de wetgever of de jurisprudentie niet anders bepalen …

Intussen moeten we vaststellen dat ChatGPT en Dall-E natuurlijk (in ieder geval technisch gezien) de Vrolijkste Verveelvoudigers van allemaal zijn! Zij harken hun eindproducten immers bij elkaar uit allemaal bestaande teksten en afbeeldingen die hen door hun makers zijn gevoerd en die ze van internet hebben geplukt. Levert dat dan niet óók een verveelvoudiging in gewijzigde vorm, waar de Instructeur op voortborduurt? Daarover de volgende keer meer.

(Intussen was ik alvast benieuwd wat Dall-E zou doen met de instructie “Suske en Wiske die spelen met een kopieermachine”. Dat werd niks – in geen velden of wegen een Vandersteen-creatie te bekennen. Ook niet toen ik de instructie in het Engels herhaalde (“Willy and Wanda playing with copiers”)- zie de afbeelding bij deze blog. Zouden de makers met het oog op de Vandersteen jurisprudentie toch de nodige safeguards hebben ingebouwd? )


[1] En ook hun beroep op de zogenaamde “parodie exceptie” hield geen stand – daarvoor waren ze te dicht bij de originelen gebleven.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De Vrolijke Verveelvoudiger

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief