Praktijkgebieden: Arbeidsrecht, Medezeggenschap
Wanneer een ondernemer (een deel van) zijn bedrijf wil verkopen moet hij daarover wanneer er binnen het bedrijf een Ondernemingsraad (“OR”) bestaat, eerst advies hebben gevraagd en verkregen van die Raad. Dit staat in de Wet op de Ondernemingsraden.
Deze wet gaat niet in op de vraag of de OR dit recht tot adviseren behoudt wanneer de onderneming failliet is. Ook de parlementaire geschiedenis gaf geen duiding. In de (rechts)praktijk werd verschillend over deze vraag gedacht. Slechts een enkele curator overlegt met de OR van en failliet, de meesten doen dit niet.
Recentelijk heeft een OR van een gefailleerde onderneming deze vraag aan de Ondernemingskamer (de bevoegde rechter voor medezeggenschapszaken) voorgelegd.
De curator van een failliet bedrijf had de activa verkocht aan een andere onderneming. Er waren meerdere geïnteresseerden, en de curator had, in overleg met de Rechter Commissaris, voor deze partij gekozen omdat deze de beste garanties kon geven voor werkgelegenheid van het personeel van het gefailleerde bedrijf.De OR meende dat de koop niet kon doorgaan omdat hij niet had geadviseerd.
De Ondernemingskamer gaf echter de curator gelijk en oordeelde dat medezeggenschapsrechten zijn gecreëerd voor de situatie waarin de ondernemer zelf beslissingen neemt. In die beslissingen moet hij de belangen van zijn personeel, deels gewaarborgd door de OR, meewegen.
Een faillissementssituatie wijkt echter dermate af van de normale gang van zaken dat er voor medezeggenschap in beginsel geen plaats is: het doel van het faillissement is de schuldeisers zo eerlijk mogelijk te bejegenen, en, zo oordeelde de Ondernemingskamer:“De wet geeft de curator daartoe specifieke bevoegdheden die, ten behoeve van de belangen van de gezamenlijke schuldeisers, afbreuk doen aan de rechten die anderen, onder wie werknemers, in een normale situatie hebben”.
Daarmee is de vraag nu beantwoord… voorlopig althans.De Ondernemingskamer de mogelijkheid opengelaten voor uitzonderingen:“Of, en zo ja, in welke gevallen een uitzondering op dit beginsel denkbaar is, kan hier, gelet op het volgende, in het midden blijven”.
De Ondernemingskamer bespreekt vervolgens dat deze curator dit bedrijf niet had voortgezet. Een curator die de onderneming wél enige tijd voortzet, wat niet ongebruikelijk is, kan dus mogelijk wel gehouden zijn de OR te raadplegen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.