Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de Serie Algemene voorwaarden.
Eerder schreven wij over de vernietigbaarheid van bedingen in algemene voorwaarden. Bekend zijn de grijze en zwarte lijst waarop bedingen staan die ten aanzien van overeenkomsten met consumenten (vermoedelijk) onredelijk bezwarend zijn. Gelet op artikel 6:233 aanhef en onder a BW kan een dergelijk beding vernietigd worden.
Naast de grijze en zwarte lijst bestaat er een blauwe lijst. Deze lijst is relatief onbekend en vloeit voort uit de Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG). Op de blauwe lijst staan bedingen die onredelijk kunnen zijn. In die zin is de blauwe lijst te vergelijken met de grijze lijst (artikel 6:237 BW).
Het doel van Richtlijn 93/13/EEG is het beschermen van de consument tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten met een professionele wederpartij. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van bedingen die zijn opgenomen op de blauwe lijst:
– De consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen (sub e).– Op onweerlegbare wijze de instemming vast te stellen van de consument met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst (sub i).– Het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument te beletten of te belemmeren, met name door de consument te verplichten zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden, door de bewijsmiddelen waarop de consument een beroep kan doen op ongeoorloofde wijze te beperken of hem een bewijslast op te leggen die volgens het geldende recht normaliter op een andere partij bij de overeenkomst rust (sub q).
Dergelijke bedingen kunnen dus onredelijk zijn. In 2013 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over contractuele bedingen die vallen onder Richtlijn 93/13/EEG. De Hoge Raad heeft bepaald dat de nationale rechter ambtshalve (dus ook wanneer partijen daar niet om vragen) moet controleren of een beding valt onder de Richtlijn 93/13/EEG. Indien een beding onder de richtlijn valt, dan moet de rechter beoordelen of het beding onredelijk is. Als de rechter van mening is dat het beding inderdaad onredelijk is, dan moet de rechter het vernietigen.
De vernietiging van een beding kan vervelende gevolgen hebben. Ook om die reden is het van belang om passende algemene voorwaarden te hanteren. Mocht u uw algemene voorwaarden willen laten beoordelen, dan zijn wij u uiteraard graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.