Praktijkgebieden: Contracten
Deze blog is onderdeel van de Serie Algemene voorwaarden.
In deze aflevering staat het leerstuk van de "battle of forms" centraal. Eerder schreven wij al over de situatie dat één partij naar twee sets voorwaarden verwijst. In de blog van vandaag zal worden toegelicht welke voorwaarden van toepassing zijn op een overeenkomst, indien gebruiker en wederpartij tijdens de onderhandelingen ieder naar hun eigen voorwaarden verwijzen.
In Nederland geldt de zogenaamde "first shot rule". Deze regel is opgenomen in artikel 6:225 lid 3 BW. Dit artikel luidt als volgt:
"Verwijzen aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden, dan komt aan de tweede verwijzing geen werking toe, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen."
Uit het hierboven beschreven artikel volgt dat de voorwaarden van toepassing zijn waarnaar als eerste is verwezen. De eerste verwijzer wint in principe de "battle". Indien zijn wederpartij instemt (uitdrukkelijk of stilzwijgend) met de eerste set voorwaarden, zijn deze op de overeenkomst van toepassing. Dit is alleen dan anders, indien de wederpartij de voorwaarden van de eerste verwijzer uitdrukkelijk afwijst en verwijst naar zijn eigen voorwaarden (de tweede verwijzing).
Ingevolge artikel 6:225 lid 1 BW wordt de tweede verwijzing gezien als een nieuw aanbod. In deze situatie geldt ook weer, dat de tweede set voorwaarden van toepassing is ongeacht of de eerste verwijzer uitdrukkelijk of stilzwijgend akkoord gaat. Indien de eerste verwijzer hiermee niet kan instemmen, zal hij de tweede set voorwaarden uitdrukkelijk van de hand moeten wijzen om toepasselijkheid te voorkomen.
Wat is uitdrukkelijk van de hand wijzen? Enkel het van toepassing verklaren van de eigen voorwaarden wordt niet gezien als uitdrukkelijk van de hand wijzen. Ook een standaard beding in de eigen voorwaarden of een voorgedrukte zin op briefpapier waaruit volgt dat andere voorwaarden van de hand worden gewezen zullen waarschijnlijk niet als zodanig worden aangemerkt. Het is niet met zekerheid te zeggen wat zal worden gezien als uitdrukkelijk van de hand wijzen. Uit het voorgaande blijkt in ieder geval wel dat contactpartijen tijdens onderhandelingen alert moeten zijn op het verwijzen naar en van de hand wijzen van voorwaarden. Het niet adequaat reageren op een verwijzing kan tot problemen leiden. Wieringa Advocaten kan u van deskundig advies voorzien bij het van toepassing verklaren van uw eigen voorwaarden en/of het uitdrukkelijk van de hand wijzen van voorwaarden van uw wederpartij.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.