Praktijkgebieden: Zorg
Eerder kondigden wij aan dat wij in een aantal blogs de stand van zaken na tien jaar Zorgbrede Governancecode zullen doornemen. In deze blog staat het belang van de code bij faillissementen en gerechtelijke procedures centraal.
FaillissementenDe laatste jaren komen steeds meer faillissementen in de zorg voor. Denk hierbij aan Meavita, Zonnehuizen, het Ruwaard van Putten ziekenhuis, Riagg Rijnmond en Ziekenhuis de Sionsberg. Hier schreven wij eerder al een blog over. Interessant is de vraag of een curator toetst of, en zo ja in hoeverre, binnen de failliete zorginstelling de Zorgbrede Governancecode is gevolgd.
Er wordt in openbare faillissementsverslagen van zorginstellingen nauwelijks verwezen naar de Zorgbrede Governancecode. In het openbare verslag van stichting Zonnehuizen staat dat taakverdeling tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht is ingericht conform de Zorgbrede Governancecode en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen en gebruikelijke regelingen. Niet duidelijk wordt of de curator getoetst heeft of de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht zich ook daadwerkelijk aan de normen van de code hebben gehouden of dat slechts wordt opgemerkt dat er sprake was van een Raad van Toezicht-model dat (in theorie) voldoet aan de Zorgbrede Governancecode. In het openbare verslag van Stichting GGZ Compleet wordt verwezen naar een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg waarin werd geoordeeld dat de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht zich niet aan de code hebben gehouden. De curator verbindt hier in het openbare verslag verder (nog) geen conclusies aan.
Op basis van de openbare faillissementsverslagen lijkt het er voorshands op dat curatoren weinig aandacht hebben besteed aan de vraag of, en zo ja in hoeverre, de zorginstellingen zich bewust zijn van de verplichtingen die voor hen voortvloeien uit de Zorgbrede Governancecode alsmede in hoeverre zij zich daardoor hebben laten leiden.
Gerechtelijke proceduresBij gerechtelijke procedures lijkt er iets meer aandacht voor de Zorgbrede Governancecode te zijn. Er zijn op www.rechtspraak.nl twintig uitspraken gepubliceerd waarin de Zorgbrede Governance code wordt genoemd.
In vijftien uitspraken gaat het om de weigering door zorgverzekeraars om een zorgovereenkomst aan te gaan met een zorgaanbieder. Zorgverzekeraars stellen namelijk als eis in het Zorginkoopdocument dat de zorgaanbieder de Zorgbrede Governancecode heeft ingevoerd. Rechters toetsen in deze procedures een aantal keer of de (statuten van de) zorginstellingen voldoen aan de Zorgbrede Governancecode.
De overige vijf uitspraken, afkomstig van de Ondernemingskamer en verschillende rechtbanken, betreffen uiteenlopende kwesties. Door de rechtbanken werd de Zorgbrede Governancecode onder andere meegewogen in het oordeel dat er sprake was van belangenverstrengeling van een bestuurder van een zorginstelling en bij de vaststelling van de ontslagvergoeding. In de uitspraak van Rechtbank Limburg van 12 november 2014 werd specifiek verwezen naar het oordeel van de Governancecommissie Gezondheidszorg dat de Zorgbrede Governancecode was geschonden.
In artikel 2.2.3 van de Zorgbrede Governancecode is opgenomen dat de statuten van de zorginstellingen een partij moeten aanwijzen die belangen van patiënten en cliënten van de zorginstelling vertegenwoordigt waaraan het recht van enquête wordt toegekend. Die partij kan dan de Ondernemingskamer verzoeken een onderzoek te gelasten naar het beleid en gang van zaken binnen de zorginstelling. Bij de Ondernemingskamer werd tweemaal schending van de Zorgbrede Governancecode ten grondslag gelegd aan dit verzoek. Slechts in één van de procedures neemt de Ondernemingskamer de Zorgbrede Governancecode daadwerkelijk mee in zijn beoordeling. De zorginstelling had de ondernemingsraad het voordrachtrecht bij benoeming van een lid van de Raad van Toezicht ontnomen. De zorginstelling voerde hierbij onder andere aan dat dit in overeenstemming was met de Zorgbrede Governancecode. De Ondernemingskamer oordeelde echter dat de Zorgbrede Governancecode niet dwingend voorschrijft dat de leden van de Raad van Toezicht niet op voordracht zouden mogen worden benoemd.
We kunnen hieruit concluderen dat ook in de rechtspraak, behoudens bij procedures over de inkoop van zorg, nog weinig aandacht wordt besteedt aan de Zorgbrede Governancecode en de vraag of zorginstellingen hieraan voldoen.
Mocht u vragen hebben over insolventie van zorginstellingen, de Zorgbrede Governancecode of over de toepassing van deze code in uw zorginstelling, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.
Vivian Dank is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.