Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Minister Asscher heeft gisteren aan de tweede kamer toegezegd in overleg te zullen treden met vakbonden en werkgevers om een oplossing te zoeken voor het probleem dat dreigt op te treden voor werkgevers die werken met tijdelijke (seizoen)krachten.
Zoals in een eerdere blog gesignaleerd is, zullen per 1 juli a.s. tijdelijke arbeidsovereenkomsten die eerder met een werknemer waren gesloten worden aangemerkt als “opeenvolgend” wanneer er tussen die arbeidsovereenkomsten minder dan 6 maanden zijn verstreken. Dat betekent dat, wanneer op of na 1 juli 2015 die gezamelijke contracten twee jaar of langer geduurd hebben, het laatste contract weliswaar van rechtswege eindigt, maar dat daarvoor wél een transitievergoeding verschuldigd is.Dat was nogal een verrassing aangezien toen deze tijdelijke contracten werden gesloten er geen sprake was van enig verband met andere perioden van samenwerking zolang er maar méér dan 3 maanden tussen die contracten zat.
Geconstateerd is nu dat er behoorlijk wat werkgevers zijn die hierdoor in de problemen zeggen te komen. Met name in de horeca en in de land- en tuinbouw wordt relatief veel met seizoenwerknemers gewerkt, die men kennelijk herhaaldelijk in dienst neemt en aan het einde van het seizoen weer laat gaan. Voor deze werkgevers zou op 1 juli a.s. opeens sprake kunnen zijn van opvolgende tijdelijke contracten, die er gezamelijk toe leiden dat er transitievergoedingen verschuldigd raken wanneer zij na 1 juli a.s. van deze herhaaldelijk aangestelde seizoenwerknemers weer afscheid willen nemen. Die vergoedingen kunnen nog aardig oplopen wanneer, bijvoorbeeld, een zeilschool al jarenlang ieder seizoen met de zelfde zeilinstructeur contracteert.
Omdat dit niet voorzienbaar was, en omdat het ertoe zou kunnen leiden dat deze seizoenwerkers daardoor niet meer worden aangenomen of vóór 1 juli a.s. worden ontslagen, vindt de tweede kamer dat er een oplossing moet komen. En naar het zich laat aanzien komt die er dus.
Voor de goede orde: Voor de toekomst zal de nieuwe regeling van de transitievergoeding onverkort lastig zijn voor seizoenwerk. Om de gevolgen van het opeenvolgend zijn van twee contracten te voorkomen zal een werkgever er voor moeten zorgen dat er tussen die contracten méér dan een half jaar verstrijkt, en dus mogelijk kortere contracten aan willen bieden dan voorheen. Naar we mogen aannemen zijn de sociale partners bij het sluiten van het akkoord dat tot de Wet Werk en Zekerheid heeft geleid zich daarvan bewust geweest.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.