Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Met name Oost-Europese werknemers, vaak uitzendkrachten, worden nogal eens het slachtoffer van onfrisse praktijken waarbij op hun (vaak toch al niet hoge) loon door hun werkgever allerlei bedragen worden ingehouden ter vergoeding van “onkosten”. Zo betalen ze soms kapitalen voor huisvesting van vaak bedenkelijke kwaliteit. Het ministerie van werkgelegenheid en sociale zaken wilde daaraan paal en perk stellen en vaardigde een aantal jaar geleden beleid uit waarbij haar Inspectie boetes oplegde aan bedrijven die per saldo minder dan het minumum loon betaalden aan hun werknemers, omdat er op het contractuele loon bedragen werden ingehouden voor huisvesting of verzekeringen etc. Een werkgever mocht maximaal 20% van het minimumloon (dat is ongeveer € 300,-) aan huisvestingskosten verrekenen en maximaal 10% (dus € 150,-) aan zorgverzekeringspremie.Wie méér inhield kreeg een boete. Ongetwijfeld sympathiek bedoeld van de minister, maar dit beleid had geen enkele grondslag in de wet.
Een uitzendbureau dat een boede kreeg opgelegd omdat het aan twee, inderdaad Poolse, werknemers minder had uitbetaald dan het minimum loon nadat het méér dan deze percentages met hun loon had verrekend legde daarom de zaak voor aan de rechter, en won.Volgens de wet mogen werkgever en werknemer immers met elkaar afspreken dat er met het loon van de werknemer bepaalde zaken worden verrekend. De wet geeft zelfs een minimum bedrag dat voor de werknemer moet resteren, de beslagvrije voet.Het betreffende uitzendbureau had aan die voorwaarde voldaan.
De minister ging nog in beroep bij de Raad van State, en stelde dat het recht op minimum loon in moest houden dat een werknemer altijd ook tenminste dat minimum loon op zijn bankrekening ontvangt.De Raad oordeelt echter dat de wet geen plicht kent tot uitbetaling van het minimum loon, maar tot het geven van aanspraak op minimum loon. En met een aanspraak mogen andere aanspraken verrekend worden.
Ook de minister zal, hoe lovenswaardig zijn bedoelingen ook zijn, de wet moeten respecteren, en kan de contractsvrijheid van partijen niet inperken door aanvullende eisen te stellen. Althans niet door handhavingsbeleid vast te stellen. Werknemers die menen dat zij te hoge bedragen betalen, via inhouding op hun loon, voor onderdak etc., zullen dat bij de gewone rechter aan de orde moeten stellen, en worden niet langer door boetes van de arbeidsinspectie in de rug gesteund.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.