Praktijkgebieden: Incasso, beslag en executie
On the basis of article 6:96 section 2 heading and subsection c of the Dutch Civil Code (hereinafter: “DCC”), reasonable costs for attempts to get payment on a claim out of court (extra judicial collection costs) are reimbursable.
In the event of a commercial agreement, the compensation of extra judicial collection costs consists of at least an amount of € 40. The amount is due, without any reminder (formal notice) being required, as of the day following the one on which the statutory or agreed deadline for payment has expired (article 6:96 section 4 DCC). A commercial agreement is understood to mean: an agreement for consideration which obliges one or more parties to deliver or to do something and which has been concluded between one or more legal persons or natural persons who, when entering into the agreement, acted in the pursuance of their professional practice or business (article 6:119a section 1 DCC).
If the debtor is a natural person who did not act in the course of his professional practice or business (i.e. a consumer), then the compensation shall be indebted only when the debtor, after he is in default (as meant in article 6:81 DCC), has been ordered by formal notice to make the payment within fourteen days. This formal notice is called the ‘fourteen-days-letter' (in Dutch: de veertiendagenbrief). The fourteen-days-letter has to mention what the consequences are when the consumer debtor fails to make the payment. One of these consequences is that the extra judicial collection costs will be payable.
The debtor is in default during the time that the performance is not carried out in conformity with the obligation after it has become due and demandable and he is held liable for his non-performance by a letter of formal notice, in which the creditor grants him a reasonable period of time during which he still may perform in conformity with his obligation and he nevertheless fails to accomplish the indebted performance within that period (article 6:82 section 1 jo. article 6:81 DCC), or when the obligation is subject to a time stipulation (expiry date) and the debtor has failed to accomplish the indebted performance within the specified period (article 6:83 section 1 jo. article 6:81 DCC). In the latter case no formal notice is required.
As mentioned, above, the rules governing claims for extra judicial collections costs are different for commercial debtors than for consumer debtors. As opposed to commercial debtors, the extra judicial collection costs can only be claimed from a consumer debtor if the consumer debtor has received a fourteen-days-letter and he fails to pay the (initial) amount within the term granted (of at least fourteen days). Recently the Dutch Supreme Court decided that after the fourteen-days-letter, no additional collection efforts have to be made in order for the costs to be reimbursable.
The amount of the reimbursable extra judicial collection costs can be calculated based on the Extrajudicial Collection Costs (Fees) Decree and the following graduated scale:
– 15% of the principal sum of the claim on the first € 2,500 of the claim;– 10% of the principal sum of the claim on the next € 2,500 of the claim;– 5% of the principal sum of the claim on the next € 5,000 of the claim;– 1% of the principal sum of the claim on the next € 190,000 of the claim;– 0.5% on the remainder of the principal up to a maximum of € 6,775.
Parties may derogate from the scale above. However, such derogations may not be to the disadvantage of consumer debtors. With regard to consumer debtors, the above graduated scale shows the maximum extra judicial collection costs that are reimbursable.
Are you confronted with defaulting debtors and do you wish to take action to collect the debts? We can be of service to you. Also, if another party is taking (legal) debt collection actions against you, we can be of your service. Please do not hesitate to contact us.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.