icon

Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders, twee wegen

In zijn arrest van 5 september 2014 verduidelijkt de Hoge Raad hetgeen hij in zijn Spaanse Villa-arrest van 23 november 2012 heeft bepaald over persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders. Het Spaanse Villa-arrest heeft in de literatuur veel stof doen opwaaien. Verschillende auteurs waren in de veronderstelling dat de Hoge Raad een nieuwe vorm van bestuurdersaansprakelijkheid had ontwikkeld. Met dit arrest wordt duidelijk(er) dat van een verruiming van bestuurdersaansprakelijkheid geen sprake is.

Soms zijn de specifieke feiten van het geval van het grootste belang, in deze uitspraak gaat het echter vooral om de verduidelijking van een reeds bestaand leerstuk. Daarom behandel ik niet de feiten maar spring ik gelijk naar de uitleg van de Hoge Raad.

Handelen in hoedanigheid van bestuurder
“Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Aldus gelden voor het aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap hogere eisen (deze en overige onderstrepingen door auteur) dan in het algemeen het geval is.”

Verwijzend naar zijn Willemsen/NOM-arrest overweegt de Hoge Raad als volgt.

“Een hoge drempel voor aansprakelijkheid van een bestuurder tegenover een derde wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat ten opzichte van de wederpartij primair sprake is van handelingen van de vennootschap en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen.”

Handelingen buiten hoedanigheid van bestuurder
“Bestuurdersaansprakelijkheid is evenwel niet aan de orde in een geval als zich voordeed in het Spaanse Villa-arrest. Dat arrest had niet betrekking op het handelen van de betrokkene bij zijn taakvervulling als bestuurder van een vennootschap, maar op de vraag of de betrokkene, optredend als deskundig bemiddelaar (dienstverlener), had gehandeld in strijd met een op hem in die hoedanigheid van deskundig bemiddelaar rustende zorgvuldigheidsnorm.”

In het Spaanse Villa-arrest is dus geen sprake van bestuurdersaansprakelijkheid, maar van persoonlijke aansprakelijkheid van een persoon die toevallig ook bestuurder is, maar op dat moment niet (slechts) handelt als bestuurder.

“Voor toepassing van de verzwaarde maatstaf als hiervoor in 3.5.2 bedoeld, bestaan in een zodanig geval niet de aan het slot van 3.5.2 omschreven gronden.”

Indien een (rechts-)persoon niet handelt als bestuurder en een op hem persoonlijk rustende norm schend, is er ook geen reden om hogere eisen te stellen voor aansprakelijkheid. In dat geval is er namelijk niet primair sprake van handelingen van de vennootschap maar juist primair van handelingen van de persoon zelf. In dat geval gaat de overweging dat het maatschappelijk belang ermee wordt gediend dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen, niet op.

De Hoge Raad overweegt evenwel het volgende.

“Zoals blijkt uit het Spaanse Villa-arrest sluit dit niet uit dat de onrechtmatige gedragingen van de betrokkene in voorkomend geval in het maatschappelijk verkeer tevens kunnen worden aangemerkt als gedragingen van de vennootschap waarvan hij bestuurder is, met als gevolg dat (ook) de vennootschap uit eigen hoofde op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan worden gehouden”.

Conclusie
In zijn arrest van 5 september 2014 verduidelijkt de Hoge Raad dat het Spaanse Villa-arrest geen nieuwe vorm van bestuurdersaansprakelijkheid heeft gecreëerd. Voor aansprakelijkheid van een (rechts-)persoon die (tevens) bestuurder is en de door hem bestuurder vennootschap, zijn er twee wegen.

  1. Pleegt de vennootschap een onrechtmatige daad of wanprestatie, dan is de bestuurder slechts persoonlijk aansprakelijk als ter zake van de benadeling hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voor aansprakelijkheid van de bestuurder gelden dan hogere eisen. Als hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt kan hij naast de vennootschap (die dus primair aansprakelijk is) persoonlijk (secundair) aansprakelijk worden gehouden.
  2. Pleegt de bestuurder (niet in hoedanigheid van bestuurder) persoonlijk een onrechtmatige daad, dan is in beginsel slechts die persoon (die toevalligerwijs ook bestuurder is) persoonlijk aansprakelijk. In dit geval gelden de hogere eisen voor aansprakelijkheid niet. Als de onrechtmatige daad van de bestuurder tevens kan worden aangemerkt als gedraging van de vennootschap, kan de vennootschap, naast de bestuurder (die dus primair aansprakelijk is), (secundair) aansprakelijk worden gehouden.

Ook na het Spaanse Villa-arrest is dus slechts reden voor bestuurdersaansprakelijkheid indien wordt voldaan aan hogere vereisten, namelijk dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt moet kunnen worden gemaakt.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders, twee wegen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief