Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Wie de overheid om informatie verzoekt met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) lokt een besluit uit van het betreffende overheidsorgaan om die informatie wel of niet te verschaffen. Dat besluit is een zogenaamde “beschikking op aanvraag” in de zin van artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dat betekent dat als het overheidsorgaan daar niet tijdig op beslist (en de aanvrager de kleine moeite heeft genomen een ingebrekestelling te sturen) dwangsommen verschuldigd raken. Die kunnen in eerste instantie oplopen tot 1260 euro en met enig doortastend handelen (en een volhardend trage overheid) nog wel hoger.
Dat kost de overheid geld. Op zichzelf is dat niet zo erg -al blijft het gemeenschapsgeld, natuurlijk- want daar staat de bedoelde prikkel tot tijdig beslissen tegenover. Ernstig wordt het pas als mensen misbruik gaan maken van de regeling door zonder redelijk belang WOB-verzoeken in te dienen, in de hoop dat de overheid daar niet tijdig op zal reageren. Voor een toenemende groep mensen is dat een serieuze bijverdienste geworden.
De Tweede Kamer had eind vorig jaar al een motie aangenomen waarin de regering werd gemaand dit misbruik een halt toe te roepen. In een brief aan de Tweede Kamer heeft Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken nu aangekondigd daar gevolg aan te gaan geven. Hoe? Welnu, door simpelweg de WOB uit te zonderen van het bepaalde in artikel 4:17 Awb.Dat heeft dus tot gevolg dat geen enkel te laat beantwoord WOB verzoek straks meer tot verbeurte van een dwangsom zal leiden. De minister motiveert dit door te stellen dat het dwangsomprobleem zich alleen ten aanzien van WOB-verzoeken voordoet, omdat die gedaan kunnen worden zonder dat de verzoeker daar enig belang bij hoeft te stellen. Iedereen kan een verzoek doen over iedere bestuurlijke aangelegenheid; belanghebbende of niet.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten heeft met teleurstelling gereageerd op het plan van de minister. Volgens de NVJ zijn de verbeurde dwangsommen niet het probleem, maar het feit “dat de overheid niet in staat lijkt te zijn binnen de geldende termijnen informatie op tijd en accuraat te verstrekken aan journalisten die daar om vragen”. Feit is dat (onderzoeks)journalisten vóór de invoering van de dwangsomregeling vaak maanden aan het lijntje werden gehouden na een WOB-verzoek. Alom wordt erkend dat dit nadien beter is geworden (al moest daar wel de prijs voor worden betaald van een verdubbeling van de geldende WOB-termijnen).
Volgens mij ligt het probleem nóg ergens anders dan door de NVJ wordt aangevoerd. De dwangsomregeling was prima, en is ook geschikt gebleken voor toepassing binnen de WOB. Het probleem zijn de calculerende burgers, die zonder enig belang een slaatje uit de regeling slaan.
Dit zou eenvoudig voorkomen kunnen worden door in de WOB wel het vereiste op te nemen dat een belang wordt gesteld bij de aanvraag. Daar zitten echter onwenselijke kanten aan (in een democratische samenleving heeft iedereen per definitie belang de overheid te controleren). De oplossing kan dan ook beter worden gezocht in het opnemen van een anti-misbruik bepaling, die het mogelijk maakt dat overheden de dwangsom in bepaalde gevallen niet uitkeren. Dáár moet uiteraard weer beroep tegen mogelijk zijn, maar daar kan dan een passend griffierecht voor worden geheven.
Voor de notoire “beroeps-WOBbers” zal de lol er snel af zijn als ze niet meer automatisch “hun” dwangsom uitgekeerd krijgen. De enkele diehard die daar toch beroep tegen instelt wordt door de rechter wel op waarde geschat en is vervolgens ook nog eens zijn griffierecht kwijt.Ik vermoed dat het misbruik met deze maatregelen heel snel ophoudt.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.