icon

Liquidatie en de deponeringsplicht

Op grond van artikel 2:394 lid 3 BW is een rechtspersoon gehouden uiterlijk 13 maanden na het einde van het boekjaar de jaarrekening te deponeren. Bij een bv ligt de verantwoordelijkheid voor het deponeren van de jaarrekening bij het bestuur. Als aan die deponeringsverplichting niet wordt voldaan, kan dat verstrekkende gevolgen hebben.

Met name in het geval van faillissement lopen bestuurders gevaar mocht niet zijn voldaan aan deze deponeringsverplichting. In voorkomende gevallen zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele faillissementstekort. Hierover hebben we eerder geblogd: zie onder andere hier en hier.

Een rechtspersoon kan op verschillende – in de wet genoemde – wijzen ophouden te bestaan (artikel 2:19 BW e.v.). Zo kan een bv ophouden te bestaan door een daartoe strekkend ontbindingsbesluit van de algemene vergadering, al dan niet gevolgd door vereffening. Als de bv ten tijde van het ontbindingsbesluit geen baten heeft, houdt zij alsdan meteen op te bestaan (artikel 2:19 lid 4 BW). Als de bv ten tijde van het ontbindingsbesluit wel baten heeft, zal de bv moeten worden vereffend en blijft zij gedurende de vereffening voortbestaan (artikel 2:19 lid 5 BW). Voor de vereffening gelden strenge regels. Indien tijdens de vereffening blijkt dat (vermoedelijk) de schulden de baten overstijgen, moeten de vereffenaars – behoudens uitzonderingen – het faillissement aanvragen (artikel 2:23a lid 4 BW).

De vereffenaars (meestal de bestuurders) hebben, tenzij de statuten anders bepalen, dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid als (normale) bestuurders (artikel 2:23a lid 1 BW). Vereffenaars vallen dus ook onder de reikwijdte van het hierboven besproken artikel 2:248 BW.

Omdat nergens in de wet is bepaald dat een rechtspersoon die wordt vereffend, niet langer verplicht is om zijn jaarrekening tijdig te deponeren, acht ik het aannemelijk dat ook gedurende de vereffening de deponeringsplicht blijft voortbestaan, hoewel daaromtrent er in de literatuur verschillende opvattingen worden verdedigd. De ontbinding heeft mijns inziens dus niet tot gevolg dat de deponeringsplicht met betrekking tot reeds verstreken boekjaren niet meer geldt. Het is zelfs verdedigbaar dat over boekjaren die eindigen gedurende de vereffening de jaarrekening moet worden gedeponeerd. Die deponeringsverplichting rust dan op de vereffenaars.

De reden voor deze visie is dat de vereffening langere tijd kan duren, soms zelfs jaren, en dat het niet is uitgesloten dat gedurende vereffening de onderneming wordt voortgezet. Mogelijk is zelfs dat er na het ontbindingsbesluit helemaal niet wordt overgegaan tot vereffening. Zou in dat geval deponering minder belangrijk zijn voor de verschillende belanghebbenden? Ik zou niet inzien waarom. Ook zie ik geen goede argumenten om aan te nemen dat de deponeringsplicht niet te verenigen is met de taak van de vereffenaars.

Naar mijn mening eindigt de deponeringsplicht pas op het moment dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan (dus nadat de vereffening is afgerond) en slechts voor zover het de deponering van de jaarrekening over het lopende boekjaar betreft.

Mocht u zich zien geconfronteerd met vragen aangaande ontbinding, vereffening, liquidatie, faillissement of bestuurdersaansprakelijkheid, neem gerust contact met ons op. Wij kunnen u hierover adviseren.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Liquidatie en de deponeringsplicht

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief