Praktijkgebieden: Contracten
De dalende koers ten spijt blijft de Bitcoin een interessant fenomeen dat tot vele juridische en praktische vragen leidt. Voor het eerst heeft een Nederlandse civiele rechtbank zich nu uitgesproken over de digitale munt, waarbij zij antwoord heeft gegeven op een van de meest prangende kwesties rond de Bitcoin: is het een ‘echte' geldeenheid, of slechts een virtuele?
Die vraag is onder meer van belang bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding voor het te laat betalen van Bitcoins. Over het algemeen geldt dat de schuldenaar die zijn verplichtingen niet of te laat nakomt, aan de schuldeiser alle schade moet vergoeden die de laatste lijdt ten gevolge van die te late nakoming. Als de schuld uit de voldoening van een geldsom bestaat, moet degene die te laat betaalt de wettelijke rente betalen. Daarnaast moet hij eventuele verschillen in wisselkoers vergoeden, de koersschade. Dat is natuurlijk interessant bij betalingen in buitenlandse valuta, maar ook bij betaling in Bitcoins.
In de zaak die voor de Rechtbank Overijssel speelde had een partij in oktober 2013 enkele duizenden Bitcoins verkocht. De verkoper kon ze echter niet allemaal leveren, terwijl de koper al wel had betaald. Die ontbond vervolgens de overeenkomst gedeeltelijk. Na de enorme koersstijging van de Bitcoin eerder dit jaar zag de koper kennelijk zijn kans schoon en wilde hij de gemiste inkomsten uit de koersstijging verhalen op de verkoper.
In de eerste plaats deed hij dat door een beroep te doen op de regeling voor vergoeding van koersschade bij te late betaling van geld, artikel 6:125 BW. Dat artikel spreekt echter slechts over “geld”, een term die verder niet in de wet gedefinieerd is en die de rechter dus moet uitleggen. Welnu, de rechter is daar duidelijkin: Bitcoins zijn geen geld. De redenatie daarachter is echter lang en niet altijd even duidelijk.In het kort komt deze op het volgende neer.
Volgens de rechtbank kunnen geldsommen giraal en chartaal (contant) betaald worden, dus zouden Bitcoins in een van deze categorieën moeten vallen. De rechter concludeert allereerst dat er geen sprake is van giraal geld: hoewel de wallets waarin Bitcoins bewaard worden wel trekken hebben van een bank, gaan de Bitcoins niet over in het vermogen van de beheerder van de wallet (anders dan bij een bank). Deze omschrijving van de werking van Bitcoins door de rechter is overigens niet juist: wallets bevatten simpel gesteld namelijk geen Bitcoins, maar slechts de toegangscodes daarvoor.
Om chartaal geld te kunnen zijn moeten Bitcoins volgens de rechtbank “gangbaar geld” zijn. Gangbaar geld omvat niet alleen wettige betaalmiddelen, maar dit is wel een belangrijke indicator, aldus de rechtbank. En dan maakt de rechtbank zich er wel erg gemakkelijk (en ook niet logisch) vanaf: Bitcoins zijn geen wettig betaalmiddel, en dus ook geen geld. Die redenering klopt natuurlijk niet. Deze komt immers neer op een stelling als “niet alleen eenden zijn vogels, en dit is geen eend, dus geen vogel”.
Subsidiair betoogde de koper van de BItcoins nog dat hij dan op grond van het positieve contractbelang zijn reële schade vergoed dient te krijgen. Als hij de Bitcoins wel had ontvangen, had hij ze nu immers tegen een hoge prijs kunnen verkopen, of het nou geld is of niet. Dat is redelijk, ware het niet dat de koper wel erg lang heeft gewacht met het instellen van zijn vordering. De rechter bepaalde de schade van de koper uiteindelijk op de waarde van de Bitcoin op de dag dat hij de overeenkomst gedeeltelijk had ontbonden. Dat levert de koper uiteindelijk een schadevergoeding op van € 1,- per misgelopen Bitcoin – een stuk minder dan de ruim € 75,- waar hij op gehoopt had…
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.