icon

"Rot op, laxe idiood, Prutser"

In een relatie, ook in een arbeidsrelatie, kan wel eens een woordje vallen. Soms gaat het te ver, soms zelfs veel te ver. En soms zo ver dat een rechter het gescheld “laakbaar” oordeelt, en aan de uitgescholden werknemer een vergoeding toekent waaraan de scheldende werkgever waarschijnlijk failliet gaat.

De Amsterdamse kantonrechter onderkent in een recente uitspraak uitdrukkelijk de mogelijkheid dat het bedrijf aan de door deze rechter opgelegde ontbindingsvergoeding ten onder zal gaan, maar lijkt aan te nemen dat dat geen groot gemis zal zijn.
Wie de link naar de uitspraak volgt kan lezen wat de werknemer allemaal over zich uitgestort had gekregen. In de titel van deze blog zijn alleen de voor openbaarmaking geschikte termen (inclusief spelfouten, de scheldende werkgever was niet buitengewoon taalvaardig) uit de e-mails van de werkgever overgenomen. Naast het over zich afroepen van de toorn van het Opperwezen waren vooral geslachtsdelen en “the F-word” populair – bij de werkgever.
De werknemer werd er echter ziek van; een flink toegenomen werkdruk hielp ook al niet. De werkgever, het zal niemand verbazen, voldeed niet aan zijn re-integratieverplichtingen. Pas na een jaar werd bedacht dat een plan van aanpak wellicht een idee was.

De werknemer zelf vroeg ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Dat gebeurt niet zo vaak. Wie zijn werk niet meer ziet zitten wordt immers geacht naar een andere werkgever uit te kijken en ontslag te nemen. Wie zelf ontbinding vraagt, en daaraan het verzoek koppelt een vergoeding toegekend te krijgen, loopt het gevaar als een gelukszoeker te worden bestempeld, en met lege handen (en zonder vooruitzicht op een uitkering) heen te worden gezonden. De onderhavige werknemer werd door de kantonrechter, terecht natuurlijk, niet in die categorie ondergebracht.
De kantonrechter stelt voorts vast dat de werkgever de werknemer nadat deze ziek was uitgevallen, en die hij tijdens ziekte niet het volledige loon betaalt (wat mag, maar toch een zekere morele verplichting met zich brengt om extra hard (mee) te werken aan terugkeer op de werkvloer) gedurende lange tijd maar “heeft laten zitten”. Alleen met het terughalen van de auto en de laptop was haast gemaakt.

De kantonrechter spreektdaarop de gevraagde ontbinding uit, en kent de vergoeding toe (minus een apart gevorderd bedrag voor kosten rechtsbijstand) die de werknemer heeft gevraagd, met correctiefactor 2.

Deze uitspraak betekent niet dat steeds wanneer een werkgever zich eens te buiten gaat aan grof taalgebruik, hij zal moeten bloeden. Zou de werkgever hebben kunnen aantonen dat vloeken en schelden binnen de onderneming bon ton was (die bedrijven zijn er ongetwijfeld) en de werknemer zelf er ook wat van kon, dan was de kantonrechter ongetwijfeld minder streng geweest.
Maar wie óók al maar 70% betaalt tijdens ziekte, en/of bij ziekte vrij snel bedrijfsmiddelen laat inleveren, of wel eens wat laks is met re-integreren doet er goed aan zich toch wat in acht te nemen.
Schelden kan namelijk wel degelijk pijn doen… in de portemonnee.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
"Rot op, laxe  idiood, Prutser"

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief